12. Dat is het aanhangen en verkrijgen van de tucht, het vinden van de moederborst, oftewel de veelborstige boom. Alleen zo kunnen wij de gifboom van de borsten van het oervlees verslaan. 13. God zei : 'Er zij een bloem.' Het betekent onderwijs. Er kwamen nog veel meer bloemen, allemaal om afscheidingen te maken, tot een geheel. 14. De troon van de soberheid was gemaakt van witte steen. De grote witte troon waar alles van wegvlucht en waardoor alles zijn plaats verliest, is ook van witte steen. De Vreze des Heeren is het begin van de wijsheid. Wijsheid betekent ook oorlogs-kunde. Overwinnen betekent komen tot de troon van soberheid. 15. Het teken werd aan de hemel gesteld tot een verbond tussen God en mens. 16. Het is een vrouwelijke boodschapper. 17. Als wij tot de troon komen, dan zullen wij moeten komen als een leeg vat, ons onderwerpende aan de boog, onder de voeten van moeder God. 18. Wij kunnen niet vanuit eigen kracht die boog grijpen. Wij zullen de leegheid, de vergetelheid, moeten ingaan, om een leeg, gebroken vat te worden. 19. Nu zijn de dagen gekomen dat de heiligen verzadigd worden door de melk des Heeren en de honing. 20. Nu zijn de dagen gekomen dat de tepelen des Heeren vlees zullen worden, tot overvolle verzadiging van hen die Haar nauwgezet zoeken. 21. En de Heere verscheen in smetteloos wit, en bliksem verscheen naast hem, als een licht dat over de aardbodem viel. 309 22. En ik zag hen die uit de woestijn der verzoeking kwamen, en de melk des Heeren vloeide als licht om hun hoofden, totdat zij in de melk des Heeren baadden. En zij werden verzadigd tot in aller eeuwigheden. 23. En ik zag getuigen en gezanten van eeuwige profetie in de tenten des hemels verschijnen en zij droegen de melk des Heeren. En zij begonnen de melk uit te gieten over de aardbodem en de hemelen. 24. En de Heere sprak deze woorden : Zalig hij die drinkt van de melk des Heeren, want hij zal geleid worden op eeuwige paden. 25. En de aardbodem geraakte als in vuur, en werd door de winden verslonden. 26. En ik zag de heilige tepel groot worden op de berg des Heeren. 27. En ik zag hen die verslonden waren door roofdieren voor Gods Troon verschijnen, en zij kregen een speer van bot om te heersen over het oervlees. 28. En ik kwam in een dal van dorre doodsbeenderen na het drinken van de tepelen des Heeren, en ook zag ik daar as liggen. En tussen deze beenderen lagen de eeuwige beenderen des Heeren. En toen ik deze beenderen aanraakte kwamen gaven over mij, en ik begon te profeteren. Ook sprak ik in vreemde talen, en geraakten mijn handen als in vuur. 29. En ik zag de gezichten van drie stamhoofden gebeeldhouwd in bot, en zij droegen een gloeiende tepel op hun voorhoofd. En de Heere bedekte de tepelen en duisternis kwam tot de plaats. 30. En de Heere vroeg of ik het geheimenis wilde weten van de drie stamhoofden in het gebeente en ik
310 Online Touch Home