3. Dit is een grote strijd. Kiezen wij voor mensenvlees, of voor het goddelijke. Er wordt ten diepste niets afgewezen, dat is ook helemaal niet nodig in eerste instantie. Alles moet aan het goddelijke teruggegeven worden als een test. Op het toetsblok leggen is niet hetzelfde als afwijzen. Er kunnen goede dingen tussenzitten, maar daarom moet het juist gezifd worden. 4. Het kerkelijk materialisme is het bouwwerk van het oervlees. 5. Dit soort geesten zijn vaak als netten over de wereld uitgespannen, met de macht om te slaan en te genezen. 6. Er zijn verschillende uitverkiezingen, die opgezet zijn door het oervlees. 7. Dit is ook nauwverbonden aan allerlei rituelen. Dit komt voort vanuit diepe afgoderij van de mens in de oudheid. Terwijl zelfs Paulus al zei dat ze alleen maar gedeeltelijk konden profeteren. 8. Nieuwe melk kan ook niet in oude vaten. 9. Wij moeten het pad door de wildernis geheel gaan, en het beloofde land veroveren of heroveren. Het is dus een oorlog en een jacht. Soms gaan we in ballingschap. 10. Wij moeten worstelen met het goddelijke, omdat juist in de goddelijke wereld zoveel valse goden zijn. De Vreze des Heeren grijpt niets zomaar aan. 11. Daarnaast moet er natuurlijk de wil zijn om leeg te worden, terug te keren tot de hogere natuur. Velen willen de prijs niet betalen. 26. 313 Het eeuwige worstelen 1. Sommigen willen liever gewoon de regels van het oervlees volgen, en niet als vreemd of anders bestempeld te worden. Er zijn dus allerlei valkuilen. 2. Er moet dus de wil zijn om alles af te leggen. Ook onze wil, want die kan verschrikkelijk verdorven en aangetast zijn. Dan zeg je dus eigenlijk tot de hogere natuur : 'Doe met mij wat u wilt.' Je geeft je oude leven en natuur dus ook op voor de toekomst dan, als een eeuwige keuze. De gebondenheid in de hogere natuur kan alleen op die manier komen. 3. Dus de wil, het verlangen, wordt ook op het toetsblok gelegd. Soms moet dit vaker gebeuren, standvastig, zodat het niet terugspringt. 4. Door slinkse manieren kan de wil dan proberen terug te komen, bijvoorbeeld via gedachtes, gevoelens, en emoties. 5. Belangrijk is het dan ook met je verstand te beginnen. In ieder geval moet je deel worden van de natuur. 6. Je stijgt op. Je laat je oude natuur helemaal los. Dan spring je ook uit en dan spring je daar ook weer uit. Je blijft dus springen, totdat je op een punt komt wat 'het diepste loslaten' heet, of het eeuwige loslaten, waar je kunt binnengaan. 7. Dat is het moment dat je de grond hebt geraakt. Je bent diep in de wildernis. Dan zullen er weer nieuwe gedachtes en gevoelens in je binnen proberen te komen. Juist omdat je niet weet of die gedachtens en gevoelens van de hogere natuur zijn, moet je je hier tegen verzetten. Je moet er zelfs mee worstelen als het te sterk wordt. Dit is een vorm van toetsen en aftasten. De hogere natuur weet hier wel raad mee, de lagere natuur niet, maar zal proberen binnen te dringen.
314 Online Touch Home