Allen zullen in deze zeeen in vissen veranderen Er is geen doorkomen aan, Zij kunnen hier alleen maar dromen, Totdat de nachtmerrie toeslaat, Een vis zullen zij zijn tegenwoordig naartoe gaan ? Het hedonisme viert hoogtij, zoals voorspeld. 123. De visserij is symbolisch het pad om de eeuwige rust in te gaan. 118. Alleen als vissen kunnen wij tot U naderen, in de diepste duisternis. Ja, de voorhangsels van tenten zullen weggeschoven worden. 119. Mijn gedachten kunnen mijn gevoel niet redden, ik heb Uw Woord nodig. Zij gaan dwars door de rivier, Tot aan de oever waar een vrouw de was doet, Waar zij vist, Alleen als vissen zullen wij dit land binnen gaan. 120. De mens moet de Jabbok rivier overgaan om in de leegte aan zichzelf te sterven, aan zijn armen en benen, om zo eerst tot vis te worden. Niemand komt op een andere manier tot de wilderniskennis. De armen en benen van de mens zijn drogbeelden. Ze snellen tot het kwaad en draaien alles om. De wilderniskennis zal niet rusten totdat alles is overstroomd en de mens tot vis is geworden. 121. In de huidige situatie zal de mensheid niet kunnen bestaan. In de uitverkiezing zal de hemelse vissersvrouw kijken wie zij ophaalt aan haar lijnen en in haar netten. Dit zullen alleen degenen zijn die daadwerkelijk volkomen aan zichzelf, aan hun armen en benen, hun woorden en daden, zijn afgestorven. 122. De mens kan alleen als een vis tot de wildernis komen. Met armen en benen is de bedreiging tot de natuur te groot. De hoogmoed en overmoed van de mens is gebouwd op zijn armen en zijn benen. Daarom moet het vlees van de mens het visnet in. De wanden moeten doorstoken worden, zodat de mens niets meer vanuit zichzelf kan doen. Dat is het smalle pad die leidt tot de enge poort. Wie wil daar 361 124. Alleen kennis doet het ego afsterven. 125. Dit is de tot standkoming van het Woord, de logos, door het toetsen. Het Woord bestaat uit psalm-structuren die de mens verbinden met de wilderniskennis. 126. Als de mens niet leert toetsen en meten, komt de mens nooit tot het Woord. In het Hebreeuws komt het hier neer op het meten van de leegte (breedte) en het geduld (lengte). 127. Hosea komt in de diepte tot Jozua van Efraïm, tot Laodike, de dienstbaarheid tot de diepte, om zo los te komen van de dienstbaarheid tot het letterlijke. Hij komt tot Laodike als tot de diepte van het vlees en offergeheimenis. 128. De troon is de verkregen en verdiende onderscheiding, de interpretatie. Dit gebeurt in de diepte van de Hosea put die terugleidt tot Jozua. 129. In het Hebreeuws zijn de klederen van Jozua leugen en bedrog. Die werden toen afgedaan, als beeld van de interpretatie. 130. Er wordt teruggeleid tot het beeld van de wijnstok, de verbondenheid tot de bron, om vrucht te dragen. Deze wijnstok loopt dus door Jozua tot Hosea en Laodike. 11. Valstrikken aan de Jabbok rivier
362 Online Touch Home