396

bepaalde ervaring. een spiegeling van jezelf. 26. De mensen om ons heen, of die nu goed of slecht zijn, moeilijk of makkelijk, houden in diepte het zaad van onze hemelse eigenschappen. Ons hemelse Zelf heeft ons alreeds omringd. 27. Toch is het belangrijk te beseffen dat we steeds dieper naar binnen moeten, en dat de buitenwereld slechts een spiegeling is van het binnenste. 8. Afgoderij ontstaat waar je gaat lopen projecteren en jezelf niet ontwikkeld. 9. Onderwerping is dus niet het totaaldoel, maar moet in balans zijn met de wording en het zijn. 10. Zo mag je ook niet zomaar mensen gaan onderwerpen en ze niet helpen om te komen waar jij bent. 9. Yeshua, de wording van Ezau 1. De Sunu is de goddelijke jager. Deze schiet pijlen van genezing af als een heelmeester, met de pijlen van de ontwaking. 2. Al deze pijlen zijn ervoor om de mens dan wel laten af te sterven aan de lagere wil, maar ook om de mens tot een hemelse school te brengen. 3. Door de discipline van overgave en opoffering, ontstaat er zo een band met de heilige kennis, het oneindige bewustzijn van de ontwaking. 4. De persoonlijkheid is de vrucht van kennis die niet voor haar tijd wordt opgewekt. 5. Er is een balans tussen principe en persoon, in die volgorde. 6. Waar het principe op een lager plan wordt gezet valt men in de illusies van afgoderij en valse religie, oftewel persoonsverheerlijking, wat een vorm is van mensenzoeken en mensenverafgoding. 7. Je kunt je soms aan een mens ophalen, maar het doel is dat je het zelf wordt, dat je het gaat zien als 396 11. Ezau bedelde om 'het rode', en ook zijn vrouw gaf hem eens een kom met het rode om zijn toorn te kalmeren. 12. Het is de heilige vreze, oftewel de heilige voorzichtigheid, die nodig is om de tent te betreden om tot de heilige leer te gaan. 13. Hij heeft dus een kom of schedel gevuld met bloed, wat de onderwerping van het schijnzelf van drogbeelden betekent, als een beeld van de ontwaking. 14. Ook houdt de vrouw op het beest in de wildernis een kom met bloed vast. 15. Het is de verwoestende kracht van het Oneindige Zelf. 16. Ezau moest de kapali eed afleggen. Kapala betekent schedel, als een bedelaarskom, en deze eed houdt in naar de wildernis te gaan om daar een nomade te zijn, naakt en bedekt met de aarde, met een bedelaarskom, als een beeld van nederige overgave. 17. Ezau gaat de wildernis in en uiteindelijk bij Jakob bedelt hij om het rode. Het pad van Ezau is het pad waarin hij afsterft aan zijn aardse rechten, zijn eerstgeboorte recht, als het pad van zelfopoffering en overgave.

397 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication