Hosea. 116. Het is een lied, een spreuk (hesi) tegen de ziedende machten van het water. Zo krijgt de ziel toegang tot de hemelse melk. 117. Door haar touw trekt zij zielen uit het water. 118. Als kind had ik 's nachts ook zulke ervaringen en zag dan een lang touw in de verte tot mij komen. Alles om me heen begon dan ook langwerpig te worden. Ik ben me ervan bewust dat ik als kindzijnde al door zulke haviksmuren heenbrak, om opgenomen te worden door de natuur. 119. Ahn kwam in de onderwereld. Diep in de woestijn is de oermoeder, waartoe Hosea komt. 120. Het is de hemel van de verdronkenen. Het was slechts een beeld van het "gemengde huwelijk". 121. Hier zag Ahn in een visioen de hemelse tent, en hij zag de "stevigheid" als een rivier. 122. Als Ahn dan zijn handen in de lucht doet, dan is dat een beeld van het nomadische leven, van de tocht door de onderwereld, door de stevige, brede heupen van de hemelse moeder, over de rivier. 123. Dan ziet Ahn de voorbode van haar schoot of borsten, als een beeld van de tijdelijkheid. 124. Alleen als de mens het doorvertaald tot de diepte ervan zal de mens tot het paradijs kunnen terugkeren. Er is dus nog veel te doen voor de mens. De mens blijft op het moment nog steken in deze cryptogrammen. 4. De Wijnstok van Jeremia 1. De mens gaat de Jabbok-rivier over door de afzondering en de onthechting. Er zijn een heleboel dingen om van te onthechten, en het leven zelf helpt de mens daar ook in, want als de mens zich teveel ergens aan hecht, dan zal het vanzelf weggenomen worden. Hechten werkt averechts. 2. Dieper in de wildernis in het Westen van Orion is er dan nog de Jordaan rivier, wat neerdaling betekent in het Hebreeuws, als het afdalen tot de onderwereld. Zo komt men dieper in de wildernis. 3. De Jordaan staat voor het shamanisme. Het shamanisme, het afdalen in de onderwereld, is een verdiepingsproces, wat ontstaat in het toetsen. Hierin wordt de oorlogs-metaforiek gebruikt. 4. In de oorlog van het diepte-toetsen sterft het ego en wordt tot verbrokenheid geleid opdat de ziel gevoeligheid herwint. Dit resulteert in klaagliederen, als tekenen van die verbrokenheid. Als de verbrokenheid niet diep genoeg is doorgewerkt, de toets niet volledig was, dan zal dat zich uiten in allerlei valse en overmoedige blijdschap. Vandaar dat het boek van Amos gaat over het klaaglied. 5. Amos waarschuwt tegen de valse gerustheid : Wee de zorgelozen. 6. Laat Israël zeggen: De opvoeding des Heeren (checed) is tot in eeuwigheid. 7. Er mag een balans komen tussen wedergeboorte en wederopvoeding. De opvoeding is overal om ons heen in de lucht. De genade verblindt het. 8. Het bedevaartslied zegt : Ik hef mijn ogen op naar 414
415 Online Touch Home