440

1. Zonder diepe afzondering is er geen leegte. Ook moet de mens zijn voorstellingen loslaten, en zijn wil. Het is een natuurlijk proces wat tot het de heilige vergetelheid leidt. 2. Laat alle voorstellingen los, laat het wegstromen als rivierwater wat nooit meer terugkomt. Laat alle gedachtes los, en laat jezelf wegstromen. Laat alles maar afsplitsen terwijl je zelf dieper de leegte in glijdt. Laat alle weerstand wegglijden en alle overgave. Laat ook alle leegte wegstromen. 3. Hoe meer je laat wegstromen, hoe meer er komt. Laat alle beslissingen wegstromen, Laat alle verlangens wegstromen, alle wensen. Laat het allemaal afsplitsen en splits zelf ook op. Laat jezelf wegstromen. Laat al je verwarring wegstromen, al je ideeën en plannen. Laat al je dromen wegstromen, en je onderbewustzijn. Laat al je oordelen wegstromen. Laat de leegte wegstromen, zodat er meer leegte kan komen. Zaai de leegte, opdat je nog meer leegte zult oogsten. Laat al je herinneringen wegstromen. Laat vergetelheid door je heenstromen, en wordt vergetelheid. Zaai vergetelheid opdat je nog meer vergetelheid zult oogsten. Laat de vergetelheid wegstromen, opdat er nog meer vergetelheid komt. Laat al je bezit wegstromen, alles wat je hebt, wordt en bent. 4. God zou een verre stam en natie over de mens brengen. Zij komen als een oordeel over de boosdoeners in God's volk. De pijlen zijn dan het goddelijk zaad, de mayim. 5. Dit verre volk wat over de mens komt brengt honger en verwoesting. De boosdoeners van God's volk worden in ballingschap gedreven. Dan worden de boosdoeners van God's volk gedreven tot de Zarim en de Zuwr, wat vrouwen van verre landen betekent. 6. De ballingschap vindt plaats in de onderwereld. God klaagt erover dat er goddelozen onder zijn volk zijn die vet en glanzend zijn. 7. Zarim en Zuwr komen uit Orion. Het zijn jagers. De Zarim en de Zuwr zijn dus verre vrouwenstammen uit Orion. 8. Om het afgedwaalde volk vatbaar te maken voor Orion, stort God een soort koorts uit : de Chemah. De Chemah is dus een belangrijk instrument van de Heere, de heilige koorts, een heilige brug, om tot ontlediging te komen. 9. God klaagt erover dat de eeuwige tucht en kastijding als een lichaamsdeel is afgehakt. 10. Dit zou weer terugkomen door de Chemah, de heilige koorts. Dan zou ook Mayim, het goddelijke zaad, weer voortgebracht worden. 11. De Ebrah is de heilige arrogantie van de Heere, tegen hen gekeerd. God is gescheiden van haar volk (SBQ). 12. Voor een Israeliet was het belangrijk om terug te komen tot het zuivere teken, het zuivere vruchtbare deel, het besneden, paradijselijke deel. En dit moest ten diepste gebeuren. De voorhuid was de kap, het zegel, wat eraf moest. Die voorhuid was gekomen door de zondeval. God zou het slachtmes brengen, Harba, om die top eraf te snijden. 13. Dit zou gebeuren door de verre goddelijke vrouwenstam van Orion, de Zuwr. Velen zouden omkomen, maar er zou ook een overblijfsel zijn. Harba stond gelijk aan een oordeel gebracht door goddelijke vrouwen (Zuwr). Dit slachtmes wordt ook in verband gebracht met Zippora, de besnijdster. Zij besneed haar zoon. 14. Harba, Zippora, is het teken van de besnijdenis wat wij dienen te ontvangen, als een terugkeer tot de 440

441 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication