47. Dit is het binnen gaan, het ingewijd worden in de geheimen. In het Aramees wordt het voorhangsel alleen weggenomen door tranen (Syrisch-Aramees). 48. De bada is in het Hebreeuws een metafoor van de afzondering, van het nomadische leven, verbonden aan de Efraïm stam. Dit is dus Hoseaans, want Efraim was een beeld van Gomer, de twistzieke vrouw van Hosea. 49. Het is bedekt met een voorhangsel van verraad en plundering in het Hebreeuws (beged). De mens komt alleen door de baarmoeder tot wedergeboorte, en dan zal de mens eerst door verraad heen moeten gaan, zoals Hosea werd verraden. 50. De mens moest het onbewustzijn in tot de vergetelheid om de eeuwige kennis op te wekken. 51. Het is een beeld van de moederborst. Ook hierover hangt een voorhangsel van verraad, en men kan hiertoe alleen komen door gebed en door de psalmen. 52. De mens is onderworpen aan de ijzeren leerregels, de strenge voorwaardes die er zijn. In het Hebreeuws is dit de opening van de hemel. 53. Er wordt een geldstuk getoond, en iedereen kijkt ernaar en vraagt zich af wat het eigenlijk is. 54. Het houdt de mens in dromen en illusies, die worden tot een grote nachtmerrie, stap voor stap, en wie kan het stoppen ? 55. Het is gegroeid als een ziekte, een virus. Het heeft alles besmet. 56. In het niets is alles te vinden. 57. Sommige mensen zijn bang om te springen in die afgrond. Ze houden zich nog aan alles wanhopig vast, terwijl ze weten dat het een drogbeeld is, dat 445 68. Adam was in de heilige onontkoombaarheid gekomen, de leerregel van de volharding van de heiligen. ze dieper moeten. 58. De mens is koopwaar geworden in de markt van recht en medicijnen, en in het geestelijke. Het zijn zielenhandels. 59. De familie is één van de grootste afgoden. Ook de familie goden worden gemaakt in deze markten. 60. Het ego, de familie afgod, en de geld afgod houden de mens verslaafd. 61. De natuur komt hierin de mens tegemoet. Alles is er al, maar het moet nog geopenbaard worden. 62. De menselijke overleveringen en tradities zijn gebouwd op geweld en slavernij, waarin het ego gediend moet worden die zich als god voordoet. 63. In Noord-Betelgeuse speelt deze strijd zich af. Het is een vlakte van woestijnen en ijs-woestijnen. In de dieptes van die woestijnen heeft het farizeïsme zijn markten gevestigd. 64. In het hiermee afrekenen door de leegte mag en kan de mens verder in de natuur van het heelal opstijgen. 65. De bron hiervoor ligt in Betelgeuse Noord, als de mens heen is gekomen langs de valstrikken van het witte farizeïsme. 66. Nu, als men dan tot de bron komt in BetelgeuseNoord, dan komt men in de heilige vergetelheid, in Witi, en dan is daar een grote hemelse ladder. 67. Ruimte raakt daar uitgeput en vloeit over in iets anders, als een soort spiegeling.
446 Online Touch Home