449

ego van de onwetendheid, van de onverschilligheid, niet. Zij komen als de heilige vergetelheid, als Witi, tegen de goden van deze tijd en van de aarde. 22. De farizeeer is als een bij die van mens tot mens gaat om alle honing uit die mens weg te nemen, om dit vervolgens te verkopen. 23. De farizeeer gebruikt mensen als vee. Ze houden elkaar veelal de hand boven het hoofd. Ze verdienen aan elkaar. Ze wisselen zielen uit. 24. Ze werken met elkaar samen om je erin te krijgen, en dan laten ze je er niet meer uit. Het zijn valse religies van geld. Ze willen de leegte van de heilige vergetelheid niet in. Dus in die zin verafschuwen ze de heilige eeuwige sabbath. Ze willen grijpen en bezitten, en op een dag zullen ze wakker worden achter hun grote, lange eettafel waar ze in slaap waren gevallen door het vele eten van vlees en delicatesse. Ze zullen alles uitkotsen. Let er op. 25. Ben je ongelijkvormig, heb je jezelf afgezonderd, en voel je je bespot door anderen omdat je niet met hen mee wil doen, dan komt dat doordat je de leegte bent ingegaan en alles wat je doet en zegt vormt een echo en een spiegeling die naar je terugroept, als je eigen spiegeling, maar dan net iets anders. De mens moet dit spotkleed wel dragen. Het is een natuurverschijnsel. Dat wil dus niet zeggen dat het kwaad niet bestaat, maar dat er leerregels van de natuur zijn die het hebben opgewekt. Kwaad heeft dus geen daadwerkelijk bewustzijn. 26. Het kwaad is levende al dood. Je kunt heel moe worden van het vechten met spiegelingen. Wijsheid is beter dan oorlogstuig. Het gaat om de hemelse kennis. 27. Een ieder die niet de leegte van de heilige vergetelheid ingaat zal sterven, is levende al dood. 449 Vandaar dat de brug onmisbaar is. 28. De mens wordt gefokt als mestvee. De mensheid is zwaar gefopt. 29. Alles moet op hun manier en je betaalt er ook nog eens bakken met geld voor aan deze dwazen. Het is geen zorg. 30. Het slinkste ervan is dat ze net doen alsof er niets aan de hand is, en velen trappen erin. 31. De mens wordt geringd als vogels, als slaven, voor de volkstellingen. 32. Het is een valse religie. Duur betaald, makkelijk geloofd. 33. Ze hebben er teveel geld in gestoken. Voor hen is er geen weg meer terug. Het geluk der dommen, het goud der dwazen. 34. Varkens vreten en dan slapen ze. Als de hemelse kennis aan de deur klopt zijn ze nooit thuis. Ze hebben wel wat anders te doen. Varkens vreten, en dan slapen ze. 35. Hier hebben ze allemaal hun drogredenen voor, geen argumenten. Ze hebben het antwoord niet. Als iemand ziek wordt wordt zo iemand niet geloofd en krijgt zo'n persoon zelf de schuld toegeschoven of allerlei andere soorten drogredenen. 36. De aarde is vergiftigd. Het wordt van geslacht tot geslacht doorgegeven, als een lange keten. 37. Er is een overblijfsel. De rest zal vergaan. Er moeten heel wat schillen verwijderd worden. Er moeten heel wat voorhangsels weggeschoven worden. Het pad leidt tot het diepste van de tent geheimen. 38. De mens leert hier het luisteren naar en

450 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication