Volgens hem was de planeet Venus ook opeens een keer totaal veranderd, in een andere kleur, een andere grootte, een andere vorm en met een andere koers. Volgens Augustinus dachten de aardlingen veel te kortzichtig, en waren de wetten die zij kenden hun afgoden. Augustinus legt de nadruk op de heilige verscheidenheid. 32. De mens is diep geschokt wanneer er dingen gebeuren die tegen de voor hem bekende natuur ingaan, en dat noemt de mens dan een monster, een voorteken, een wonder of verschijnsel, maar het laat aan de mens zien dat er aan God geen limiet valt op te leggen. God stoort zich niet aan de mens, en doet wat nodig is. De mens kan aan God geen natuurwetten opleggen. 33. Augustinus stelt dat er geen duidelijkheid is over sommige dingen wat het precies betekent, dat er meerdere uitleggingen mogelijk. 34. Hij stelt dat de bekering van het vlees verder nergens toe leidt. Zij die in het vlees leven komen onder het oordeel, en als ze dat dan op vleselijke manieren proberen te ontvluchten, dan komen ze er niet onderuit, want de werken van het vlees zijn nu eenmaal vruchteloos. Zo probeert Augustinus ook duidelijk te maken dat er zeker niet makkelijk over het hiernamaals gedacht moet worden. Hij stelt dat de mens nu alleen nog maar gedeeltelijk kent, maar dat later alles duidelijk wordt door de openbaring en ervaring van kennis. 35. Augustinus stelde dat de gelijkenis van de rijke man en de arme Lazarus zich afspeelde in een droom, in een geestelijke vervoering. Het waren visioenen van de slapenden. In zijn taal, theologie en filosofie werd Augustinus zwaar beinvloed door de Romeinse dichter Vergilius die schreef : 'Voor oude misdaden moeten zij strafrechtelijk lijden ondergaan, opdat zij eens weer geheel zuiver zullen staan.' 36. Augustinus stelt dat de straffen komen op zonden van het verleden of huidige zonden, en deze straffen zijn soms om volharding in goed karakter te beoefenen. 37. Tijdelijke bestraffingen kunnen zowel tijdens het leven of na het leven plaatsvinden. Augustinus stelde dus dat er een soort van vagevuur bestond zowel in het leven als na het leven. 38. Augustinus stelt dat het vagevuur al in het leven kan beginnen, want het leven is alreeds een bestraffing, vanwege alle verzoekingen die op de loer liggen. 39. Calvijn heeft Augustinus' leringen veel strenger gemaakt, maar dat neemt niet weg dat Augustinus op bepaalde punten zeer streng is en waarschuwend, en laat zien dat de mens niet met God moet sollen en dat de zonde doodernstig is. 40. Theologisch gezien was Augustinus de vader van Calvijn. Vandaar dat Augustinus belangrijk is in het begrijpen van het Calvijn geheimenis en Augustinus is een geheimenis op zichzelf. 41. De waarde in het Betelgeuse paradijs, in Oan, is de Witi, de vergetelheid, met een zwaar fundament van niet-bestaan. De mens begint hier voort te druppelen. Alles is vluchtig en fragmentarisch. Deze waarde zal zich moeten hechten aan de hersenen. 42. De hersenstam verbindt de grote en de kleine hersenen en verbindt ook het hart met de hersenen door het ruggemerg. 43. Witi, de Orionse vergetelheid, moet de hersenstam doordringen. De hersenstam van de mens moet tot Witi komen. 44. Letterlijk gezien heeft religie geen betekenis, maar geestelijk gezien kan het betekenis hebben voor hen die verder zijn gaan graven achter de 453
454 Online Touch Home