56. Zo mag de mens leren doseren. 57. De hemel en de heilige vergetelheid is gewoon bewustzijn, en dat kan in het begin pijn doen, want eerst ga je allemaal zien wat fout is. Sterker nog : de hemel is meer lijden. Het lijden is voor de heiligen om verder te komen, dieper te gaan. Laten we hierin niet te absoluut worden. Het lijden is een verhaal. Het is metaforisch. Lijden is bewustzijn. 58. Het lijden van de heiligen is lang en diep, en weegt niet op tegen de eeuwigheid. Het lijden is geen doel op zich. Dit wil overigens niet zeggen dat de slechten niet zwaar geoordeeld worden. Ze veroordelen henzelf, en de vraag is in hoeverre het echt is en in hoeverre het slechts een spiegeling is. De vraag is in hoeverre het slechte echt daadwerkelijk bewustzijn en leven heeft. 59. Het lijden is het medicijn, niet de gewitte graven van de farizeeën. 60. We kijken naar het neergaan van de golven, en dan komen ze weer op. We blijven kijken naar het geheimenis van de hemelse zee. 61. Waar de mens gedwongen werd naakt te worden voor de markt gaat nu een doek over. Waar de mens werd gedwongen te spreken is nu stilte, een gesloten mond. 62. Waar de mens ontdaan werd van zijn huid groeit nu weer een nieuwe huid. 63. Na de dood is het leven afgelopen, stelt het oervlees. Het komt nooit meer terug. Het is voor altijd afgelopen. Dit brengt natuurlijk zwaar leed tot zielen. 64. In ijsgebied verkeert het oervlees, in sneeuwbossen. 65. Denk je in : de mogelijkheden voor dit beest als een mens voor eeuwig moet sterven. Dat betekent dat dit beest de totale, maar dan ook de totale macht krijgt over zo iemand, over de stoffelijke resten, want er is geen hiernamaals. 66. De ziel wordt zo geheel bezit van dit beest, en heeft zo totaal geen rechten meer. De ziel was gemaakt om eeuwig te leven, eeuwig door te leren, en dit alles haalt dit beest plotsklaps weg. 67. Het is voor het beest. Dit beest kan het namelijk goed gebruiken. De totale dood is hun brood. Weg is weg. Dit geeft hen dus een enorme kracht, waardoor het tijdelijk machtige beesten zijn. 68. Het blokkeert de mens verder te laten leren. Dit doen ze dus eigenlijk zichzelf aan, en daarom leiden beide wegen tot de dood. Zij die een mens een eeuwige hel of een eeuwige dood aandoen, zomaar als een dogma, die zullen hierdoor sterven op den duur. 69. Ook de eeuwige hel leidt tot de eeuwige dood. Tijdelijk hebben ze daar even zware kracht door en zijn het zulke grote roofdieren. 70. Denk je eens in dat monster tegen te komen in een besneeuwd bos, in een ijsgebied. Daar kun je niet tegenop. Je moet rennen. Hij wil je dood hebben, want hij leeft van de dood. Hij wil uiteindelijk zelf ook dood. 71. Hij wil de eeuwigheid niet. Dat is te gevoelig voor hem, dan moet hij te diep. Dat wil hij allemaal niet. Hij wil kort leven en de baas zijn. Hij wil handel voeren, opdat het hem niet te dichtbij komt. 72. Het eeuwig leven is te zwaar voor hem. Dat wil hij niet. Dat kost teveel moeite. Hij wil die prijs niet betalen. 73. Dus is hij machtig, gehaat, gevreesd, en 455
456 Online Touch Home