469

kan alleen zichzelf afbreken. 98. Hij laat dus aan de onderdrukten zien dat ze geen ijzer met handen hoeven te breken, maar dat het ijzer zichzelf zal afbreken. wat aan en bouwt eigen, onrechtvaardige hiërarchieën. Hiërarchie is de uitvinder van tijd, en zo ook van taal. De hiërarchie heeft alles veilig gesteld. Door hiërarchie kan de tijd verstaan worden. 8. De tranen van Jakob 1. Woorden zijn tegen elkaar verdeeld, misleiden zichzelf en elkaar, en zeggen het tegenovergestelde van wat ze bedoelen, dus brengen elkaar ten onder. 2. Het is niet lineair, gelijkmatig, maar juist draaiend. Gelijkmatige werelden zullen zichzelf vernietigen, omdat ze letterlijk zijn en dicht, niet strategisch. Alleen ongelijkmatige, veranderende talen zullen overleven. 3. De tijd is de immerveranderende, ongelijkmatige sleutel tot het Woord. 4. Een ware taal is strategische communicatie en kan daarom niet hetzelfde blijven, maar is exotisch. 5. De taal is dus abstract als een school en heeft haar eigen beveiliging en ontdoet haarzelf zo voortdurend van 'slapende leden'. 6. Een taal mag niet zomaar voor de hand liggen, anders kan er van alles tussenkomen. 7. De mens heeft geen gevoel voor ware hiërarchie. Daarom zien we op aarde door de geschiedenis heen door en door bedrieglijke hiërarchie. 8. Hiërarchie is de bron van tijd en taal, maar de mens kent de hiërarchie niet. De mens rotzooit maar 469 9. De tijd zorgt ervoor dat men niet tot de hiërarchie kan komen, omdat men de tijd niet verstaat. De tijd is in die zin de bewaker van de hiërarchie. Natuurlijk is de hiërarchie ook abstract. Zij die de hiërarchie concreet willen maken zullen nooit over de zee van tijd heenkomen. 10. Tijd is de vertegenwoordiger van hiërarchie. Als men geen zaken wil doen met tijd, dan ook niet met hiërarchie. De hiërarchie draait alles om. De hiërarchie is dat wat het niet is. 11. Als tijd zo'n probleem is voor de massa, dan ook de hiërarchie. Als je tijd als vijand hebt, dan heb je ook de hiërarchie als vijand. 12. De taal die de hiërarchie spreekt is de tijd. En als je die taal niet spreekt, dan kom je nergens. 13. De hiërarchie laat zich door niemand uitleggen. Alle uitleggingen zijn subjectief. Alleen de tijd kan de hiërarchie uitleggen. 14. De hiërarchie heeft een uitverkiezing opgesteld op basis van hen die aan de voorwaarden van de tijd voldoen. Daarom heeft ieder mens 'een strijd' te voeren met de hiërarchie. Strijd om in te gaan. 15. De hiërarchie is als een vesting zonder huizen, zonder ingang en uitgang, zonder poorten, want de tijd is de huizen, en de tijd is de poort. 16. Alles wordt voortdurend verminderd, en alles wordt voortdurend verkleind, wat een principe is van de hogere natuur, van het leven zelf, en dit zijn golven van een zee die leidt tot het nulpunt, maar daar nooit aankomt. Altijd komt het dichter en

470 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication