25. De wildernissen van Loofte zijn vol van het schuim des Heeren. Vol van het schuim der hemelen is zij. 26. De wildernissen van Loofte zijn vol van genade. Zij spreekt met zachtheid en zoetheid. Vol van schuim is haar genade. Genade heeft zij bewezen tot velen. 27. Legt dan uw wapens af, want gij zijt genaderd tot Loofte. Zij zal u zijn tot een gezicht der hemelen. 28. Boven liefde en haat vinden zij haar paden. 29. Gij moet rennen, want de liefde is naar u op zoek. 9. En de vogel was als een arend en een uil. 10. 'Ik ben de leerregels des levens,' sprak Loofte. 'Kom, laat mij U leiden tot de rivier.' 10. De boom der armoe 1. De baard leek een stukje gegroeid te zijn toen hij in de hemel aankwam, en allereerst zag hij daar de rivieren. 2. Moeder wacht op u. Gij zult de weg tot de diepste hemel moeten begaan. En hij werd geleid tot een enorme rivier. 3. Wast u dan in deze rivier, en overbrug deze rivier. Moeder wacht op u. 4. De rivier draagt dan dit geheim, dat aan de overkant aan haar kusten het Loofte groeit, als een medicijn tegen het onstuimige van liefde en haat. Loofte is dan de leerregels des hemels. 5. Gij zult boven de strijd tussen liefde en haat moeten uitstijgen, om gebonden te worden in de leerregels des hemels. 473 11. En de rivier was als een zee, onstuimig. En hij werd door Loofte in de rivier gedrukt. 12. En zo zwom hij vele dagen in de rivier die als een zee was, en begon uiteindelijk honger te krijgen. 13. En hij riep om Loofte, en zij kwam hem tegemoet. En zie, zij trok hem uit het water. 14. 'Gij hebt een vrouw nodig,' sprak ze. 15. En hij was in haar armen, en hij vroeg om zijn moeder. 16. En hij werd wakker in de armen van Loofte, en hij zag zijn moeder. 17. Laafte is als iets wat komt na sneeuw en bittere kou, als één en al zachtheid waardoor je boven de strijd tussen kou en warmte komt. Het is zachtheid en veren. 18. Linkse is de verzoening van het vrouwelijke, de relaties tussen vrouwen die het zuivere mannelijke voortbrengen. 6. Het hemels ijs zult gij binnentreden, door loofte, en gij zult zien. 7. Ja, God's genade is op U. En Loofte nam hem in haar op. 8. ‘Ziet dan, Ik heb mijn vogel tot u uitgezonden,' sprak Loofte. 'En deze is genaamd Zerrum, als uitstijgende boven de strijd tussen leugen en waarheid, en ziet, zij is het raadsel, een raadsel opgeborgen in de hoogste hemelen.'
474 Online Touch Home