oppervlakkige zijn dwazen. Diepte is de ware winst. Dit is het pad van het lijden en verliezen, want je moet juist eerst zoveel oppervlakkigheid verliezen. Je mag daarom verlies als winst beschouwen. 9. Dwazen willen winnaars zijn voor geld, macht en aanzien. Maar wie houden ze eigenlijk voor de gek ? Door al hun hebzucht hebben ze hun ziel verloren. Dit is het ware leven niet, maar de vermomde dood. 10. Als je het goud der dwazen hebt gewonnen, wat heb je dan eigenlijk gewonnen ? Het is allemaal de waanzin van ijdelheid die weer verdwijnt. Het heeft geen eeuwigheidswaarde. 11. Hier is een opvoeding voor, maar velen zijn van huis weggelopen. De erfenis hebben ze verspild. De eersten zullen de laatsten zijn, de laatsten zullen de eersten zijn. Zij die de grootste willen zijn zullen de minste zijn. De minsten zullen de grootsten zijn. We leven hier op aarde in een schijn realiteit waar alles omgedraaid is. 12. Verspil daarom je leven niet. Verlies niet je ziel, maar blijf werken aan de eeuwigheid. De mens is voor iets veel groters bestemd dan alleen maar dit leven. De mens is bestemd voor diepte. 13. De Esodus is de intocht, de binnentocht, waarin je alles meer vergeestelijkt en verdiept, wat uiteindelijk uitloopt op de indiaanse vorm ervan : de Esopus, de ondertocht, waarin je teruggaat naar het verborgene, naar de moeder aarde, ondergronds, om zo tot de geestelijke leerregels te komen. 14. Het is de put ingaan, ondergronds, om de leerregels van moeder aarde te ontvangen. Dit is dus een verborgen aarde binnen de aarde. 15. De leerregels zijn de structuur van de hemelse kennis, het Woord en de exegese, als het eeuwige touw. 487 16. Vandaar dat de mens de leerregels moet worden. De mens moet aan zichzelf sterven door de leerregels. 17. De indiaan leeft in zijn dromen, in de natuur, en in de moeder aarde. Deze dromen bestaan uit vele lagen, zoals water. De indiaan is deel van de waterval, deel van de rivier. 18. De mens moet hiertoe de indiaanse leerregels kennen, de Esopus, de put naar beneden. 19. In mijn droom als kind over deze put dronk ik van iets, van het verleden, een verloren verleden, en toen daalde ik in deze put af. Het was een droom die bleef terugkomen. Ik kwam in een dal van doodsbeenderen, onder de grond, als een beeld dat de mens aan zichzelf moest afsterven. 20. Zo was er een doortocht, een weg terug in de aarde, de wildernis, de ondergrondse moeder aarde. Zo kwam de mens tot de onderaardse leerregels, zo stierf de mens aan zichzelf af. 21. Uiteindelijk komt het afgescheiden Esopus volk door de leerregels tot het beloofde land. 22. De lagere leerregels hebben afgedaan, maar er zijn hogere leerregels. 23. Voordat je bij de hemelse kennis komt moet je eerst door de leerregels heen, en word je eerst met de lagere leerregels geconfronteerd. Velen blijven hier steken en maken de lagere leerregels vanuit gemakszucht tot god. Ze kiezen voor de snelle, gemakkelijke weg die leugenachtig is, zelfbedriegerij. Alleen de hogere leerregels leiden tot de hemelse kennis. 24. Hoe kan het dan als je zelf de echte waarheid wil weten, de hogere waarheid, en niet de tegenstrijdige 'waarheid' van de mensen, die
488 Online Touch Home