49

4. Het vaagt weg in mij, en komt dan terug, Erger als nooit tevoren, 5. Oh, kan ik het toch eens vertellen, Maar de woorden draaien om mijn ogen, Zij houden pijlen op me gericht met hun bogen, En dan is alles ineens stil 6. Is er iemand die mij eens een keer geloofd, Ik loop er al mee voor zo lange tijden 7. Ik wil het niet tot leven laten komen. Het is wild en zonder compromissen. Kunnen we rennen en ons verbergen als het wakker wordt ? Is er een schuilplaats, of is de enige schuilplaats niet in hun werkelijkheid te geloven ? 8. De wildernis schuilt achter het touw, Zoveel tuinen die naar de rivier toeleiden, Na de golf zal het land vruchtbaar zijn 9. Zij komen nooit tot de oppervlakte, Ze wordt herfst, ze wordt winter, Maar ze wordt nooit lente 10. Hier sterft het midden in de nacht, Dan begint ook de droom weg te vagen, Daarom houden vrouwen de spiegeling in stand 11. Ik probeerde over haar heen te komen, maar heb je die speren gezien ? 12. Eén dag veranderde ze van gedachte om mij, maar een dag later was ze het vergeten. Ik begon na te denken over haar woorden. Wat bedoelde ze ? 13. Er waren hen die niet over het touw klommen tot de hemelse plaats, maar die dieper in het ravijn gingen, en zij gingen door tot de bodem van het ravijn, en tot onder het ravijn, en zij bemerkten dat 49 er een zee was onder het ravijn. Hier kwamen zij tot een eiland, maar ook daarvan trokken zij weg, verder tot zij aan land kwamen, en zij bemerkten dat zij onder een ander ravijn terecht waren gekomen, en dit ravijn was als een vruchtbare vallei, vol begroeiing. 14. En zij trokken verder onder het ravijn, en kwamen aan bij een ravijn van een zee, en zij begonnen op te klimmen tot boven het ravijn. En zij bemerkten dat de wereld anders was dan zij dachten. En zij trokken tot een plaats genaamd Rodenberg, waar zij zich vestigden. En zij begonnen de woorden te prediken die hen waren overgedragen in het ravijn, en de woorden die zij hadden opgetekend over de gebeurtenissen in de ravijnen. 15. Er was iets in haar wat het einde van de wereld kon veroorzaken. Alles was hier zo dubbel, en alles kon omgedraaid worden. Alles vertraagt hier, Het steekt ons diep, Opdat wij ontwaken, 16. Wanneer de zee inzet, zal het zout geen medicijn wezen, De zwarte terreur is in hun ogen, Een spuitende macht van de dood, En dan zal alles ophouden, De nachtmerrie draait de dag, En ze zullen alles verkeerd begrijpen, Door een kus zul je binnengaan, En dan zul je sterven 17. Er stond een man op in Rodenberg, genaamd Jezesar. Hij predikte het hemelse woord en het hemelse onderwijs, en grote wonderen en tekenen

50 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication