534

6. Het rode spotkleed 9. Dit rijgen komt terug in de natuurlijke selectie. Telkens wordt er maar heel weinig van iets genomen, of enkelingen van de massa's, en daar ga je mee verder, specialiserend, variërend, door ingewikkelde natuurpatronen. 1. Er komt een heleboel op je af, en daar sluit je je voor af, en neemt er maar een deel van. 2. Dus je hebt je hekken gebouwd, en er breekt nog een klein deel door die hekken heen, dus daar ga je mee verder. 3. Je neemt het ding in je handen, en neemt daar ook maar een heel klein deel van waar je mee verder gaat, want je kan niet alles zomaar in één keer weggooien. 4. En van dat kleine deel neem je daarna ook maar een heel klein deel, en ook van dat deel neem je maar een heel klein deel, of als je hekken bouwt komt er nog maar een heel klein deel ervan binnen, en daar ga je mee verder, ook weer verminderend, dus het ding wordt steeds kleiner. 5. Dit wordt ook wel het rijgen genoemd. 6. Telkens als er nog iets door de hekken heenbreekt dan is dat bruikbaar, herbergt het nog iets wat je nodig hebt, wat het dan ook is. 7. Het kan een herinnering zijn die je telkens weer molt of nekt, die je stalkt. Neem daar dan een heel klein deel van, en ga verder. 8. Je laat dus steeds meer los, totdat je bij de bron aankomt die je nodig hebt en die bij je zal blijven, de diep afgepelde principes van het paradijs. Dat is symbolisch het vissen. Je haalt telkens maar een paar vissen uit die gigantisch grote zee. 534 10. Er worden dus geen dingen vanuit het niets geschapen, maar door de selectie van wat er al is, de uitverkiezing van de natuur. Daarvan is de jacht en de visserij een metaforisch principe. Dit gaat door de leerregels van camouflage en ironie, waarin je dus minimalistisch boodschappen overbrengt door selectief gebruik te maken van de dingen die er al zijn, voor hen die deze taal begrijpen. 11. Als je dit niet leert, zoals bij de dwazen die geloven dat alles maar direct gebeurt, dan zijn op een bepaald moment je bronnen uitgeput. Ze hebben niet geleerd daadwerkelijk in de wildernis te overleven. 12. Vaak als we een moeilijk gesprek hebben gehad dan denken we achteraf : 'Oh, had ik maar dit gezegd of dat gezegd,' en hebben we het gevoel gefaald te hebben omdat we met ze meegepraat hebben terwijl we ze hadden moeten bevechten, maar in veel gevallen zijn we gewoon ironisch geweest, en hebben we het aangepakt vanuit het minimalisme. 13. Want natuurlijk willen wij geen handel doen met de dwazen. Zij eten hun vlees toch wel, of je nu met ze meepraat of tegen ze vecht, en dan is het soms beter stil te blijven. 14. Het ware dromen is dus het hongeren, het rijgen, waarin je steeds meer loslaat, en verder gaat met de dingen die er toe doen, en die ook weer selecteert. 15. Dit is de gansa in India, de kennis (sa, egyptisch) van het paradijs (gan, aramees). Zij hebben in een enorme flexibiliteit,

535 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication