579

de individuele honger. In diepte moet de mens de honger aanhangen als zijn vrouw, wat niet letterlijk is. De zogenaamde vrouw is gewoon een beeld van de verlatenheid. Het is de grote verstoting door de honger. Het leven heeft de mens misleidt. Alleen in de honger kan de mens waarlijk afsterven. Alleen de honger drijft de mens tot de wildernis, om zo open te staan voor de geestelijke kennis. Het door de stad gebonden denken moet sterven, totaal uitgehongerd worden. De mens moet het blind grijpen naar grootbezit en het dwepende aanbidden ervan afleren. De mens overwint in die zin niet door het strijden, maar door het lijden. Wanneer de mens wordt opgetuigd met de attributen van het lijden sterft de mens. 3. Dit gaat niet om een letterlijke oorlog, maar om onderwijs, als een school. De mens zelf moet geofferd worden, zoals de Bilha zegt : Wat zoekt gij, mens, naar een offer ? Bent gij niet zelf het offer ? 4. De mens moet hierover tot boetvaardigheid komen. De mens moet teruggeven wat hij heeft geroofd. Het is het terugkeren tot de bron, als de geestelijke uitverkiezing. Dit houdt ook in : afrekenen met valse grenzen. 5. Alleen de mens die aan zichzelf sterft kan het recht verdienen, maar juist door onrecht sterft de mens aan zichzelf. De hongerende wordt tot dit doel veelvoudig geslagen, ook door leugens en vals oordeel. Zij die hiermee niet verwond zijn worden niet door de hemel opgenomen. De hemelse afgezanten laten hen met rust. 6. De mens moet het lijden en de honger aanvaarden om zo tot het geheimenis ervan te komen. Als de mens het voortijdig afwijst mist de mens de openbaring van het geheim. Juist het niet aanvaarden van het onrecht is daarom het doen van onrecht. De mens speelt graag heerser, en lijdt liever 579 niet. De mens wil niet kennen en hongeren. De mens wil zich volvreten en dik worden om over anderen te heersen. De mens wil gezien worden. Verdraagzaamheid tot de zwakken 7. Laten wij verdraagzaam zijn tot hen die nog niet tot deze geheimenissen zijn ontwaakt, en nog steeds gevangen liggen. Ook zij moeten een kans krijgen om te kiezen wanneer deze grote waarheden worden gepredikt. 8. Zaak is om het niet meer letterlijk te nemen, want in het letterlijke komen we hier nooit doorheen. Er valt ook niet tegen te strijden, en er is geen kruid tegen opgewassen. Het gaat erom tot de diepte te komen, tot het geheimenis. 10. Geestelijke grenzen 1. Dat er grenzen zijn is duidelijk, maar wat zijn deze grenzen ? Er zijn ook valse grenzen. De mens kan hier alleen van loskomen door de ware grenzen te kennen. 2. De vraatzuchtigen nemen blindelings aan het fortuin wat de stad hen biedt, en zij honen en bespotten hen die in de honger leven, en ze trachtten hen te verleiden om deze honger met stadse middelen te verzadigen. Het zijn roofzuchtigen. 3. Als de mens tot de grenzen nadert, dan wordt hij geslagen, als een beeld van de grens. 4. Alles wordt teruggeleid tot het hemelse Woord. Alles wordt teruggeleid tot de diepte waarin het touw werkt.

580 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication