komen ook als onschuldige lammetjes. Wees dus op uw hoede. De vijand is een meestervermommer. 14. Blijf waken en doe uw werk goed. Laat het u niet bevreemden als u aangevallen wordt. Dat hoort bij het werk. Dat hoort bij de tocht. Denk niet dat het iets vreemds is, zo van : Waarom moet mij dat nu overkomen ? Het kan maar zo gebeuren dat je je zo voelt, en dat kan ook bij de aanval horen, het zelfbeklag en zelfmedelijden. Waarom ik, waarom ik ? Maar wij zeggen altijd : Hoe groter de aanval, des te groter het plan wat God met u heeft. 15. De vijanden zien het als het Woord aan iemand werkt, en dan worden de ergsten van de ergsten op zoiemand afgestuurd. 16. God is het hoe en waarom van literatuur, alles wat erbij komt kijken. Ieder mens heeft dus een literaire waarde, een literaire kwaliteit, ook al is er ‘goed en kwaad’. Alles heeft zijn eigen verhaal. De literaire mens duikt hierin, en gaat niet zomaar vanaf de veilige kade alles bevooroordelen. Maar de beste stuurlui die aan wal staan zijn ook weer literaire karakters en personages, hoe eigenaardig ze ook zijn. Ze horen erbij. Dat wil niet zeggen dat we dan de geestelijke strijd kunnen wegschuiven. 17. De literaire mens werkt aan zijn verhalen, verfijnt zijn verhalen, en waar het obscuur moet zijn is het obscuur. Dat hoort er allemaal bij. Ook de geestelijke strijd is een literaire eigenaardigheid, factor en kwaliteit, en heeft waarde. Het is allemaal zwaar dubbelzinnig, anders zou er ook geen literatuur zijn, en ook geen leven. Zonder literatuur is het bestaan onmogelijk. 18. Je wil je leven toch niet behouden ? Je wil toch deelhebben aan de hogere realiteit ? Daarom gaat de mens soms door dingen heen. 19. Het stopt hier namelijk niet. Het is bedoeld om het aardse bedriegelijke laagje weg te kauwen opdat wij de hemel geopenbaard zien. We moeten dus 581 door het voorhangsel van alle pijn en drama wat door verraad is gekomen heenprikken. Pijn, drama en verraad heeft nooit het laatste woord. De verraders hebben het land in totale wanhoop gebracht. Maar hier mag het niet ophouden. Hier mag het niet stoppen. Daar is de opdracht van de wilde jongens. 20. Godsbegeerte zonder wijsbegeerte is corrupt, gevaarlijk. Drugs snuiven doen ze op alle hoeken van de straat. Ze springen uit doosjes de hele tijd, komen van de muren af waaraan ze waren vastgeplakt. Ze springen zo uit het houtwerk. De grote oceanen van wijsbegeerte en godsbegeerte moeten het allemaal wegspoelen. Zinnetje van zinnetje moeten van elkaar losgebroken worden, woord van woord, letter van letter. 21. Is het dan zomaar een strijd tussen goed en kwaad, tussen waarheid en leugen ? Nee, de mens moet veel dieper. Vaak zijn deze begrippen omgedraaid. Het is een strijd tussen het weinige en het vele, tussen het diepe en het oppervlakkige, tussen het gemakszuchtige en het volhardende. 11. De onwaardigheid van menselijke godsbeelden 1. De mens moet zich dus allereerst onwaardig voelen, zijn staat van ellende onder ogen komen, en niet gaan lopen wanen alsof er niets aan de hand is. Wel is het dan zo dat je die onwaardigheid ook moet betrekken op menselijke uitleggingen van theologie, menselijke godsbeelden. Als je je daadwerkelijk onwaardig voelt, en je komt de onwaardigheid van je verstand onder ogen, dan ga je vanzelf voorzichtig worden en alles toetsen. Men toetst vaak het eigen geloof en de eigen theologie niet, en dat is ook weer een gebrek aan onwaardigheid.
582 Online Touch Home