590

53. Groot bedrog is tot u gekomen, oh mens. Kinderen hebben ze uit de weg geruimd, vrouwen hebben ze uit de weg geruimd, allemaal om de Mores te kunnen bemachtigen. Het zelfbedrog van hen die het geestelijk werk veronachtzamen 54. Gij bent hier om te leren, niet om te oordelen. Gaan tot de geestelijke school betekent u losmaken van de vleselijke school waardoor gij gebonden zijt. 55. De mens roemt in zijn luiheid en onverschilligheid. De mens is heel pietluttig. Alles maar eenmaal. De mens is hierin vleselijk netjes. Daar meten ze alles aan af. 56. Het geestelijke werk strijdt hiertegen. Het is ontzielde kennis als er geen hemelse woede over de zonde is. Je mate van hemelse woede bepaalt je karakter. Het slechte mag niet goedgepraat worden. Er liggen veel gevaren op de loer, veel valstrikken. Het is de strijd tegen oude denkbeelden. 57. Er moet een worsteling zijn voordat je de puzzel kunt oplossen, anders neem je genoegen met een puzzel die helemaal niet past, wat geen ware oplossing biedt. 58. Blijf werken in de mijnen, om jezelf geheel leeg te maken, en blijf door de wildernissen gaan totdat je in het wilde woeste land bent gekomen. 59. De mens die geen geestelijke tochten onderhoudt zoals hierboven, maar alleen in het aardse leven is vaak familiefiel. Ze hebben alleen maar oog voor de familie, voor de normen en waarden van de familie, en daar gaat al hun tijd en aandacht in op. 590 60. Er zijn een heleboel dingen die de mens niet kan zien. De ogen van de mens zijn te onderontwikkeld. Je kunt het alleen zien door de kwaliteiten van het hart te ontwikkelen. Dan gaan je geestelijke ogen open. Dan kom je in de wereld van verstand en hart waar al het onzichtbare hangt. Het loopt door alles heen. 61. De mens is verslaafd aan gif, zet zijn medemens op een eng rantsoen om deze verslaving te waarborgen. Dit zijn blokken van versnelde materie, en hierin is de samenleving opgesloten. Alles om je heen gaat razendsnel en je kunt het niet meer bijhouden. 62. Het vleselijke plant zich voort, en woekert voort, en zo wordt alles vaag en ver weg, dan worden de vrouwen dunner en ijler, en hun vlees wordt lichter en lichter, zodat hun kinderen niet meer veilig zijn, en dan zijn ze meer vatbaar voor roofdieren en parasieten. 63. Het zusterschap brengt de beschermende donkerheid van de vrouw weer terug en haar robuustheid, om het kind in de baarmoeder beter te beschermen tegen alles wat haar bedreigd. 64. Het vlees plant zich voort. Zware sociale drugs. Zware familiaire drugs. De drugs laat de mens wanen, de vleselijkheid en zonde aantrekkelijk gemaakt met een gouden laagje. 65. Kijk ze eens lopen en pronken. Ze vinden zichzelf zo aantrekkelijk. Ze zijn zo ijdel, en het is maar een heel dun goudlaagje. De wind kan het zo wegwaaien. Ze hebben zichzelf een hulp in het vlees gemaakt. Zo gaan ze in hun ijdele en ijlende onwetendheid ten onder. Het is het blinde ijlen van de verwaanden die aan de drugs zijn. 66. Het is als een klef aapje aan hun hart en aan hun ziel. En ze wanen dat ze een geliefde hebben, en zo planten zij zich voort in het vlees.

591 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication