9. Het is allereerst koud, als een sprong in het water, maar zo komt gij tot vaste land. 10. Er is een eeuwige meedogenloosheid die blijft toornen tegen de vleselijkheid. Het heeft slechts literaire waarde, als metaforisch. 11. Dit is de goede boodschap dat het vleselijke zich niet zal herstellen, dat de zonde niet meer opstaat, want het vlees is dodelijk verwond. Wel zal de mens dit dus voor altijd moeten gedenken, en belijden, doorleven, dus gij hebt wel degelijk met een eeuwige oorlog te maken, opdat de mens nooit vergeet wat hij heeft geleerd. Zo niet, dan zou de zonde weer kunnen terugkomen. De hyperbolische wereld 12. Hyperbolisch betekent overdreven, vaak om een boodschap te verkondigen, iets extra kracht bij te zetten. 13. Het hele leven is hyperbolisch, en als je de hyperbolische betekenissen niet kent kun je daar zwaar overstuur van raken. Het leven geeft zwaar hyperbolische boodschappen, en zeker moeten wij deze lessen leren. 14. Velen leven in een roes en missen bepaalde schakels. Er is een gevallen aarde en een gevallen natuur. Het is een hyperbolische wereld. Alles zwaar overdreven, als een karikatuur, om een boodschap over te brengen. Uiteindelijk zal die boodschap komen. 15. Het leven geeft vaak niet mee. Vaak moet je om dingen heenwerken, en heb je te maken met de vleselijke, hyperbolische stijfkoppigheid van de mens. Stug zijn ze van aangezicht, met een hard voorhoofd en een stug hart, met een zware, onbegrijpelijke tongval. 594 16. De oermoeders roepen. Het oerwoud heeft gegeven, het oerwoud heeft genomen. De regen valt niet slechts op één dak. Alleen dwazen testen de diepten van de rivieren met beide voeten. 17. Het eeuwige Woord is de dialoog tussen oermoeder en kind, en de oproep tot een volkomen offer, tot volkomen leegte. 18. De mens moet het niet inhouden, maar delen. Het is een regen die de hele dag duurt, de eeuwige regen. Zo mag de mens zijn hart uitstorten bij de eeuwigheid en niets achterhouden. Zo herstelt de regen het contact tussen hemel en aarde, en is er vruchtbaarheid. De moeder roept het kind op tot gehoorzaamheid, opdat het het kind wel gaat. Gehoorzaamheid heeft te maken met de wording. De nachtmerrie van de feutus 19. Mensen maken voortdurend hun goden, afgoden en koningen. Denk niet dat deze goden en afgoden veel in te brengen hebben. Nee, de mens beslist alles. En zo worden deze goden en afgoden vaak overbelast. Een van de taken van de vromen is om deze goden te bevrijden van de mens en tot rust te brengen. 20. God, of dat wat ze god noemen, en daar pakken ze soms gewoon willekeurig wezens voor, is de slaaf van de mens geworden. De mens aanbidt niet God, laat je niet voor de gek houden. Neen. God moet de mens aanbidden, want de mens zit op de troon. 21. De moderne afgod handelt in overmatig en overmoedig licht, wat hen allen blind houdt. De ware schepping is er dus nog niet geweest, en die moet de mens vinden in de oer-baarmoeder. 22. Er is een worsteling tussen mens en God, want
595 Online Touch Home