overzoet zijn, en normaal gesproken heeft de mens ook veelal een bitter medicijn nodig, maar het ware zoet is minderend. 5. Wie altijd maar weer een zwaar overbitter wapen trekt trekt dit in principe tot zichzelf. 6. Zowel de mens als het wapen vaagt weg als de mens er naar grijpt, wat een eigenschap is van het hemelse zoete. 7. Ga geen zwaardere gevechten aan dan je aankan, en vecht niet meer dan nodig is. Ga geen gevechten aan waar je niet klaar voor bent. 8. Soms is het tijd om te vluchten. Waarom moet het wapen zoet zijn ? Omdat je mogelijk aan de verkeerde kant strijdt, of misschien wordt je wel door hogere autoriteiten in die strijd gedwongen. 9. Wat heeft het voor zin om als een dief door het leven te gaan ? Het is slechts lucht wat je steelt. Laat daarom je wapen zoet zijn. Neem niet teveel weg. 10. Wandel met genade, want je mocht het eens aan het verkeerde eind hebben. 11. Vele mensen hebben een ingebeelde hemel die geen grond heeft. Er is geen natuurlijk fundament, en er is geen hemelse verzoeting. 12. Ze zijn overmatig bitter en star geworden, ingedut. 13. Het is zoet om jezelf af te vragen : Heb ik misschien iets over het hoofd gezien ? Zoet is ook : Ga ik misschien nu niet iets te snel in mijn redeneringen. Ben ik misschien nu niet onredelijk ? 14. Zo verzoet je je leven en dat van anderen, om los te komen van overmatige bitterheid, starheid en snobberigheid. 15. Vraag jezelf af : Voor wie strijdt je eigenlijk ? Wat is je doel ? 16. Kom tot de oerwaarden van het menselijk bestaan. Het wapen is zoet en glijdt altijd weer tussen de vingers door van de mens, als water. En dan is de mens in de zee om gezuiverd te worden. 17. Zout is voor de zuivering. De mens heeft zoet en zout nodig, maar alles met mate. En laat het van de natuur zijn. Geen zorg zonder voorzorg 18. In voedsel van de natuur zit al een bepaalde zoetwaarde en een bepaalde zoutwaarde. Eet met mate, leef met mate. Dan is het weldadig. 19. Het 598 natuurmedicijn mag niet overmatig gebruikt worden, want dan verliest het zijn werking. Daarom zeggen wij altijd : minder is meer. Neem je meer van iets dan nodig is, dan raak je het kwijt. 20. In het paradijs zijn veel bomen met zoet, maar voedt je met oude deugd, en gebruik het zoet als wapen, opdat je het pad vindt. 21. Er zijn uitzonderingen op de regel, en het water is een beeld van de onpeilbaarheid, en gaat vooraf aan elke hemel. 22. Het is hoe dingen in het algemeen zijn, ver weg en ongrijpbaar, veranderlijk ook, dus ga niet zomaar verhaaltjes verzinnen over mensen en dingen. De mens weet in eerste instantie niks. 23. Er is moeite voor nodig om kennis te verkrijgen. Het komt je niet aanvliegen. Je moet de berg opgaan, alles achter je laten, de roddels van de stad. 24. Houd alle factoren in acht. Versimpel het niet. Sla geen stappen over. Het is klimmen en zwemmen. Zonder een boot kom je er niet. 25. Alles komt uiteindelijk weer ver weg, alles verlies je weer en wordt ongrijpbaar. Kennis moet gezuiverd worden en in het verband komen. Oude kennis moet plaatsmaken voor nieuwe. Misschien zijn er veel dingen verkeerd gegaan en verkeerd geinterpreteerd. 26. Wacht met sociale contacten als het nog geen tijd is. Laat de natuur het rijpen. Maak geen overmoedige stappen. Je zal misgrijpen terwijl je niks hebt, ook al denk je dat je iets hebt. Als je het geestelijke niet hebt, heb je het natuurlijke ook niet. Je bent slechts vergiftigd. 27. Ga niet zomaar over tot zorg, maar voorzorg. Laat emoties je niet bedriegen. De zee als scheppingskracht 28. Wacht op de betere dingen. Neem niet het voor de hand liggende. 29. Het moederlijke is altijd het begin. Zij weet de weg, en anderen volgen haar. Vaak moeten er eerst overstromingen zijn voordat de mens terugkeert tot de natuurmoeder en naar haar luistert. Omdat het volgen van een moeder heel gevaarlijk kan zijn, omdat er ook valse moeders en
599 Online Touch Home