17. Het doen begint altijd bij het denken, en dat begint altijd bij het testen. 18. Het vleselijke zal altijd de nuttige dingen tot nutteloos bestempelen, en nutteloze dingen tot nuttig, en is hierin altijd heel bekrompen en eenzijdig. 19. Het gaat erom laag profiel te houden. Het is een strijd in de geestelijke wereld niet tegen vlees en bloed. 20. Dat betekent niet sneller gaan dan het gaat, dus gewoon het lijden volgen de diepte in zodat het door natuurlijke processen kan gaan. 21. Laag profiel houden betekent ook niet teveel aandacht van die geesten trekken in de zin dat je geen naam en stad gaat bouwen, niet teveel op de voorgrond treed. 22. De honden moeten getemd worden en je moet zo min mogelijk slapende beesten wakker maken, maar als het toch gebeurd dan is dat een gevecht om een of andere doorgang in de onderwereld. 23. Kennis is een grote hemelse zwakheid, namelijk het weten niets te weten. 24. De hemelse kennis is daarom niet hoogmoedig en ook niet alwetend, want de kennis sterft altijd weer, om zo tot diepere kennis te komen. 25. De kennis is heel sober, niet opgeblazen. Zo is de kennis dan ook altijd leiding, plaatselijk en op zijn tijd, en zeer subtiel, niet overintellectueel. 26. Zij die geleid worden zijn geen allesweters, maar zij weten wel waar het om gaat. Zij weten alleen wat zij moeten weten, wat voor dat moment belangrijk is. 27. Het hoofd staat voor het verstand en kennis, 625 maar er is ook zoveel vleselijkheid die er dan afmoet. 28. Hart betekent altijd diepte, maar het hart is ook arglistig, vandaar dat er telkens weer de noodzaak tot testen is, niet tot snelle conclusies komen. Er moet een nieuw pad aangelegd worden. Het doorleven van het Woord 29. Zomaar door strijd kom je er niet doorheen, maar alleen door de eeuwige kennis, alhoewel de eeuwige kennis zich wel weer in strijd kan omzetten en uiten. 30. Strijd is een belangrijk onderdeel van het lijden, en juist ook weer een soort geestelijke tocht. 31. Het gaat erom de taal van de strijd te kennen, de tekenleer. 32. De mens leeft op deze aarde te eenzijdig, te zwart-wit, en dat doet het bestaan ook geen recht. Die doorgangen komen de mens niet aanwaaien, maar die zitten in de hemelse literatuur. 33. Het gaat erom de dingen in de juiste perspectieven te krijgen, hogere structuren te gaan zien. 34. Het eeuwige touw zal alles overnemen, alles innemen, en dat begint bij een grote, zware gebrokenheid. Alle andere dingen zijn daar slechts een spiegeling van. 35. Het Woord is ook geen orakel wat je maar te pas en te onpas kan raadplegen, omdat het iets is wat je zelf moet doorleven en waarvoor dus regels zijn. 36. De kennis is sober, en die pronkt ook niet. Het pad wordt bepaald door je eigen keuzes.
626 Online Touch Home