628

te volgen. Dieper komen is hoger komen, maar juist die extremen worden weer intensiever gemaakt door het contact met de andere dualiteiten, dus er is een cirkel van essentiele dualiteiten om te kunnen ontwikkelen en doorgroeien. Als er één dualiteit mist, dan heeft dat ook een negatief effect op de andere dualiteiten. Daarom moet gij altijd in cirkels denken, en die cirkels moeten verbroken worden door lijnen die leiden tot andere cirkels, ook bijvoorbeeld als in een spiraal 33. Dit komt telkens weer terug, waarvan de bloemenvelden een symbool zijn, en van de bijen die van bloem tot bloem gaan, van cirkel tot cirkel. Het resultaat hiervan is honing. 34. Gij moet hiervoor dus blijven denken in cirkels, lijnen en verdiepingen, blijven afbreken en doorbreken, en de stukjes rijgen en sorteren. 35. Alles is cryptiek. Alles draagt een hogere boodschap die alleen maar tot u kan komen door dit proces. In principe is alles er dus al. 36. Er is wezenlijk verschil tussen de arrogantie van de hogere kennis en de arrogantie van de pretentievolle lagere kennis, valse kennis en anti-kennis. De sobere arrogantie en rebelsheid is een wapen tegen het aardse systeem. 37. Maak geen slapende honden of beesten wakker, en prik niet in wespennesten. 38. Gij leeft van moment tot moment, in camouflage, en slaat alleen toe wanneer het nodig is, en gaat gij weer achter het schild. Dit zijn grote schilden. 39. De hogere realiteiten en bewustzijnen, de hogere, buitenaardse en bovenaardse kennis, wordt juist bevestigd door deze polariteiten, deze gevechten, haakt zich juist in daardoor. 628 40. Momenten van wanhoop en het gevoel vastgelopen te zijn, alsof je er nooit meer uit komt, zijn belangrijk en haken u vast in de moederschoot. 41. Alleen diepe, wanhopige verbrokenheid kan u aan de eeuwige kennis verbinden met eeuwige touwen. 42. Zonder de eeuwige touwen zoudt gij kunnen wegglijden. Niet zomaar het innerlijk, maar de eeuwige kennis 43. Hoe komt gij ergens vanaf ? Een betere vraag is : Hoe komt gij erin. Het duurt zolang als het moet duren, en het is een tunnel die absoluut niet voor zijn tijd afgekapt mag worden. 44. Er moet tot de bodem van de put gegaan worden om daar een opening te zien. Een kind heeft soms vele nachtmerries waardoor het kind gillend wakker wordt, en bang is om te slapen. 45. Als een kind ouder wordt leert het kind de nachtmerries beter te begrijpen en de waarde ervan in te zien, voor de oorlogskunde. 46. Wanneer een vrome gaat slapen hoopt hij niet op mooie dromen, maar op nachtmerries, want die brengen hem veel verder. 47. Maar vraag hierin om de wil van de eeuwige kennis, de wil van het diepere Woord, want het gaat om de oorlogskunde. 48. Iets slechts kan onder de juiste voorwaarden worden tot iets goeds. De eeuwige kennis bestaat grotendeels uit oorlogskunde, het kennen van de vijand. 49. Alleen zo leert gij de moeder kennen. De moeder is een oorlogsvoerder. Als gij zonder

629 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication