antwoord, en God moet aan zijn voeten liggen. De mens is verdwaasd, verdwaald, hopeloos verloren. 44. Wat in de baarmoeder gebeurd is zeker niet het einde, maar wel een belangrijke fase waar de vrucht door gaat. 45. Het mocht eens een hemels teken en een hemelse verzegeling zijn. 46. Je mocht het nog eens nodig hebben. Sommige mensen verdelgen zoveel dat ze op een bepaald moment niets meer over hebben. Op is op. Zij hebben hun leven verspild. 47. Het is dan tijd om terug te keren en opnieuw te beginnen. 48. In het Woord is een dubbele werking, Er zit melk in zit voor de zuigelingen, maar ook vast voedsel voor de opgegroeiden. 49. Niemand is te klein om van de prediking vrucht te ontvangen. 50. We mogen blij zijn dat het Woord verzegeld tot ons kwam, anders zou het ons verblinden en vernietigen. 51. Het gaat niet om het Woord op zich, maar dat de hemel het Woord vruchtbaar maakt. 5. Het psalmelijke 1. Je kan niet eeuwig overstuur blijven over het beest, maar moet het hervormen. 2. Het beest belooft goud, in ruil voor de kinderen. 3. De mens moet psalmelijk aan de slag, en niet misleid worden door de snelheidsmaniakken. 52. Het zaad is dus de nodige verzegeling van de levenskiem, anders zou de levenskiem verloren gaan. Daarom is het zo belangrijk dat de mens de hemelse wildernis principes kent en leert. 53. Hongerenden, de soberen, die leven in de rauwe, primitieve, natuur, als wilden, gaan niet losbollig om met godsdienst zoals vandaag de dag in de new 642 4. Psalmelijk of overdramatisch ? De hemel heeft genoeg aan haar eigen hemelse drama. Dat is geen wereldse drama van het vlees. Het vlees is een overmatige drama maker, die het psalmelijke veracht, die het hemels onderwijs veracht en op een lager plan zet, want het laat zich leiden door aardse, verdichte media van snelheidsmaniakken. age, even voor god spelen zolang de tijd duurt. 54. Nee, zij leven in sobere vreze, en weten dat als ze God zouden zien, dan zouden ze sterven. 55. De honger-strijders, zijn kinderen van de holen en de grotten, harde werkers. Zij nemen geen genoegen met het tafelschuimende, vraatzuchtige, verstadste modernisme. Uiteindelijk verdrijven zij de vijand. 56. De wilden en sobere hongerenden zijn opgeleid door de amazones van de holen en de grotten, die ze niet gezien hebben, alleen van achteren, alleen het zegel, het voorhangsel. 57. Zij moeten een bedekking dragen, anders zou het volk het niet kunnen verdragen.
643 Online Touch Home