De Orionse wildernis contact met je hart. Draag daarom het visnet, want uiteindelijk wekt het de hogere orionse hersenen op, die lang genoeg zijn om het hart te bereiken. 50. De terugkeer van het zoonschap houdt dus ook een terugkeer van het moederschap in. 51. Het zorgt ervoor dat het brein niet vleselijk denkt, maar dat het aan het hart verbonden blijft. Het maakt eerst de nodige omwegen voordat je allerlei dingen gaat denken en je erdoor laat meezuigen. 52. Het is dus zeer gevoelig, gaat niet zomaar met allerlei vleselijkheden mee, maar trekt de mens terug. Het is als Orionse wildernis. 53. Het gaat ook over dat het zoonschap zich niet moet laten misleiden door verderfelijke vrouwen. Het zoonschap moet niet zomaar kracht verlenen aan vleselijke vrouwen. Het zoonschap is gericht op de natuurmoeder. Het gaat dan ook over de ware vrouw, die moeilijk te vinden is. 54. Het vleselijke moet weer teruggaan in de slaap. De geestelijke visserszorg 55. Het gaat niet zomaar om geduld en rust, maar het gaat ook om de slaap ingaan om je scheppende bronnen aan te wakkeren, om zo een hogere oorlog binnen te gaan. 56. Het opent de putten, ook van het brein, waarin de natuurprocessen zijn opgesloten, onderdrukt door het stadse aangeleerde brein. 57. Dus niet zomaar wraak uitoefenen, maar gaan slapen. Tot de geestelijke slaap kom je door het geestelijke visnet aan te hangen, want in de hersenen van de mens is het verkeerd gegaan. 58. Door het geestelijke visnet kom je weer in 653 59. De sleutel is het zoonschap, en het zoonschap is tot de hemelse kennis, dus het houdt ook het leerlingenschap in. 60. Daarom zijn de orionse hersenprocessen zo belangrijk, opdat we niet naar het vlees luisteren en door het vlees worden meegezogen. 61. Dit is dus een strijd op leven en dood. Het gaat komen. Op een keer dan kom je tot de bron, en dan moet je klaar zijn 62. Wat is het uiteindelijke loon van het vlees ? Het is een hinderlaag. Je komt zo in een hele andere slaap terecht, de slaap van het vlees. 63. In plaats van jaloers te zijn op mensen die het goed hebben in het vleselijke, moeten wij kennis opdoen om hieraan te ontkomen. Wij moeten het geestelijke visnet begeren voor ons hogere goed. 64. Eer die restricties maar, die touwen waarmee je gebonden bent, want het zijn de paden tot de hemelse, onzichtbare oneindigheden. 65. Als je niet hongert, niet mindert, dan kun je niet tot de orionse natuur komen, want dan is er geen ruimte voor. Dan ben je al vol met jezelf en allerlei rommel. 66. Tenzij je een domme consument wil zijn voor de lagere aardse natuur. 67. Ga dan je gang maar, maar je bent tenminste gewaarschuwd door de hemel. 68. De geestelijke visserszorg is niet dwaas. Het is geen wilde weldoener. De geestelijke visserszorg dient niet de sluwigheden van het vlees. Maar het
654 Online Touch Home