werelddienend. De mens heeft het vlees tot Woord gemaakt, maar dit is een Woord met hiaten, een alcoholisch Woord. 18. We moeten diep de zee in. De mens is nog steeds in strijd met zijn eigen vlees. 19. Hoeveel tranen zijn er wel niet verborgen ? Deze rivieren zullen zeker losbreken. De tranen leiden uiteindelijk tot het gezonken geheimenis 20. De mens overdenkt te weinig, en zo gaat het leven van de mens in onnut voorbij. Er is weinig opmerking bij het hemelse Woord, de hemelse prediking wordt zonder vrucht aangehoord 21. Van het wenen hebben de wereldlingen verder een afkeer. Ze hebben liever de gedachten vol met wereldse bezigheden en vermakingen. 22. Iedereen zal wenen. Dat zal het teken van wedergeboorte zijn. Zij die niet wenen zullen wegvagen. Er zal niet gerekend worden met hen die niet wenen, want het zijn slechts spiegelingen. 23. Wees daarom vol met het Woord. Omhul het met tranen opdat het zich mag vergeestelijken. Zo wordt het koninkrijk gebouwd. Uw koninkrijk kome. 24. Er is leiding aan waterbeken. We kunnen stellen dat dit de tranenbeken zijn. Om die weg te kunnen begaan moet elke eigen weg van het vlees verloochend worden. 25. Dit is de grote arbeid van de geestelijke visserszorg, opdat de mens loskomt van zijn dwaalwegen. In deze beken ligt ook het geestelijk zaad. 26. Dat is het zaad van de uitverkorenen, allemaal diepgaande beeldspraak natuurlijk. 656 27. Tot het ware Woord komen we alleen door de hemelse wil, niet door de wil van het vlees. 28. De mens zal hiertoe dus in een diepe hemelse slaap dienen te geraken. 29. Zowel Woord als Natuur roept de mens. Zij zijn de werken van de hemel. De eigen wil is sluw, en wij mogen dat niet onderschatten. Wij moeten de eigen wil verzaken. 30. Er mag dus geen samenwerking zijn tussen onze eigen wil en de wil van de hemel. Onze eigen wil dient volledig te sterven. 31. De eenlingen gaan door dorre landen. De vrucht is pas veel later. 32. De mens moet weten hoe groot de zonde en het vlees is, in volkomen zonde overtuiging. 33. De mens moet de geest van halfslachtige, onvolkomen zonde overtuiging overstijgen. 34. De mens wordt volkomen overtuigd van zonde door het Woord, waarvan de vrouw een beeld is. Dat kan alleen als de mens volkomen aan het Woord is toegewijd. 35. De mens heeft te strijden tegen het vlees. Daarom moet de mens wederomgeboren worden, door het Woord en door de volkomen zonde overtuiging. 36. Velen misbruiken vergeving en genade, tot overmatige vergeving en genade, waardoor de zonde goedgepraat wordt, en wat van het vlees is. Het bedekt de wortels. 37. Het vlees doet alsof er niets aan de hand is, als in groot bedrog, en plant zich dan voort. Laten we daaraan geen deel hebben.
657 Online Touch Home