het mannelijke orgaan, dus geen opzwelling van de man als geheel zoals in de stad met allerlei protserigheid want dan zou de man dus geheel vleselijk zijn. 22. De man moet groeien in zijn haat en walging, zijn afkeer, naar de zonde en het vlees toe. De man moet het meer en meer ontvluchten. 23. Eerst moet de mens de geestelijke principes ervan begrijpen, en pas daarna zal het letterlijke, vleselijke voorhangsel ervan weggenomen worden. Gedachtenis en belijdenis 24. Het psalmelijke komt onder ogen hoe groot het kwaad is, hoe groot het vlees is, als een vervulling van het Woord. De mens moet het weten, en ook weten hoe het moet sterven. 25. Bovenal worstelt de mens hierin dus met zichzelf, met zijn eigen vlees. 26. Daarom moet hij de vrouw kennen. Zowel vijand als vrouw moet hij dus kennen. 27. Wek haar niet op voordat het haar behaagt. Krijg een besef over wat de relatie is tussen de hemelse vrouw en de offerande. Er is geen hemelse vrouw zonder het ten diepste ervaren van het opofferen van het vleselijke. 28. Tirannie wordt onder schoonschijnende benamingen verborgen gehouden. Men heeft de zonde en het vlees andere namen gegeven, professioneel gemaakt, alsof het de samenleving dient, en het er gewoon bijhoort, en zo kunnen ze het ongestrafd doen. 29. Ze zijn van jongs af aan vervuld met het kwaad, geboren samen met wreedheid. Het is geen gematigde boosheid, maar buitensporige boosheid. 660 30. De man is de dag en de vrouw de duisternis. Donker van huid ben ik, als de tenten van Kedar. De man moet dus ook de duisternis van de vrouw leren kennen. 31. Ook met haar zal hij moeten worstelen. Het is een grote vrouw, met brede borsten en heupen, want zij moet immers het kind voeden en beschermen. Zij moet de man aankunnen. We zien in het gevecht tussen de mens en God dat het vlees ten onder gaat in deze strijd. Het vlees is dan een beeld van alle valse Godsbeelden en valse mensenbeelden. Ook zijn dit dus allerlei valse beelden van de strijd zelf. Wat wordt er veel over gelogen. En wat hebben ze een gruwel gemaakt van de offerande. 32. We hebben niet zomaar te maken met vijanden, maar met zinsbegoocheling. 33. Alles wordt door de markt goedgepraat, door reclame. Reclame is vandaag de dag een synoniem van de waarheid. Als het groots is, door velen ondersteund, door velen aangeprezen, dan is het waarheid. Men heeft God aan de kant geschoven, en volgt nu de meerderheid in het kwaad. 34. Wilt gij overleven ? Hoe had de natuur het oorspronkelijk bedoeld, in al haar zinnebeeldige wijsheid en schoonheid ? 35. In het moderne tijdperk mag je het lijden niet gedenken. Je mag niet sober zijn en melancholiek. Dat wordt vandaag de dag als een ziekte bestempeld. 36. Gedenk het lijden. Alleen zo kun je het verwerken. 37. De ware hemelse kerk is een lijdenskerk. Het is een schip in woeste golven, en de gevaren zijn velen. Je kunt het je dan niet veroorloven om dan maar weg te wanen. En zij die dat doen noemen het
661 Online Touch Home