668

dit bent ontstegen. 56. Het is een strijd tussen hemel en vlesel, en dat is een groot geheimenis. Het is de natuur. 48. Het gaat dus niet zomaar om volwassen worden, een jaartje ouder worden, want dat doen de zondaren ook. Neen. Het gaat dus om het rijpen, de wereldse, weelderige vleselijkheden ontstijgen door jezelf te oefenen in het geestelijke. Niet zomaar volwassen worden in uiterlijke dingen. Neen. Je moet jezelf ontwikkelen van binnenuit, door de geestelijke natuur. 49. Wat is er mooier ? Het geestelijke visnet of aardse macht ? 50. Oude ideeen moeten vertrekken. Er is een groot verschil tussen de hemel en de vlesel. 51. De vlesel is als een slakachtig insect, maar dan uitgestrekt en veel steviger en onstuimiger, zonder huisje erop. Het ging nog steeds erg traag. Als je het ziet kun je even niet denken. 52. Mensen komen erdoor in een hele andere werkelijkheid. Het sterft ook weer tegen zichzelf af, en dan is het wat anders. De opstanding van de hemelse visser 53. Het hiernamaals bij de natuurvolkeren was het gaan tot de wilde wijven, de wildernissen, ook de eeuwige jachtvelden genoemd. 54. Het pad naar de wilde wijven is een beeld, want leven en sterven zijn slechts beelden. Ga er niet verkrampt mee om. 55. De theologie van de hemelse visserszorg is voorzichtigheid in het oordelen, sober zijn in het oordeel, opdat je jezelf niet te buiten gaat in projectie en allerlei fabels. 668 57. De mens heeft vaak een probleem dat hij vermaakt wil worden. Uiteindelijk zijn het niet zomaar wat verhaaltjes, maar levensprincipes, diepgaande hemelse antropologie. De hemelse soberheid en saaiheid dient geleerd te worden, waarin vleselijk vermaak geheel kan afsterven. De hemelse saaiheid is de ware vruchtbaarheid. 58. Als we op weg zijn naar de eeuwige jachtvelden, dan hebben we het over de jacht naar kennis, en de kennis zal op ons jagen. Deze jacht zal volbracht worden door de wilde wijven, het idee van de hemel bij de natuurvolkeren en bij het hemelse vissersvolk. 59. De enige ware opstanding is dat van de hemelse visser. Al het andere zal blijven in de dood, want het heeft geen eeuwige levenskiem. Alle vleselijke werken, de waanwerken van de mens, zullen verdwijnen. Alles zal dus in de herschepping opgelost worden. 60. Alle dingen zullen medewerken ten nut in de exegese, de verdieping van betekenis. 61. Als we het over de ware natuurprediking hebben dan hebben we het dus over het principe van de hemelse visser, en niet over allerlei vaag geloofsgedoe. 62. De wilde wijven wijzen op het visnet. Herken je het wanneer het komt ? Of ben je teveel met het vlees bezig, wil je dingen horen die makkelijk in het gehoor liggen, simpele dingen, die de vleselijke luiheid bevredigen ? 63. Je moet voor de geestelijke viskunde gaan wil je het overleven. Het is de strijd tegen het vlees, de wereld en het kwaad. 64. Alleen zo kom je uit de golven van de

669 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication