673

zouden toegang krijgen. 21. Het vlees wil van dit principe afleiden. Zij zijn de machten van het valse zelf en van projectie. 22. Ik had een lang gevecht met deze geest aan de overkant van de rivier die scheiding maakt. Het was een verschrikkelijk gevecht tegen deze familiaire ontvoerder. Deze geest ontvoerd en sleept de prooi naar zijn hol, maakt de prooi deel van een familie, als een monument. 23. De tent met veel franjes : Dit is de tent van Moeder Natuur, het Allerhoogste Zelf, een grote tent. De franjes duiden op de heilige complexiteit, de overvloedige weelde van de hogere kennis. 24. Ik kwam tot deze hieroglyph in mijn gevecht tegen de familiaire geest, zodat ik de tent van Moeder Natuur kon binnengaan. 25. Dit deed Moeder Natuur, mijn Allerhoogste Zelf, bij mij, opdat ik veilig zou zijn tegen de familiaire geest. 5. Je loon bepaalt dus voor hoelang je ergens mag blijven, of hoe lang je iets mag gebruiken. Als de tijd om is, dan moet je weer weg, en moet je het weer teruggeven. 6. Wij moeten dus loon verdienen voor plaats en tijd. Dit heeft niks met genade en gaven te maken. Dat is voor de luien en de dommen. 7. Genade is een markt, het zogenaamde consumerisme. Zij willen maar wat graag de overdosis geven. Hiertegenover staat juist de emancipatie en de ontwaking. 8. De mens moet stoppen te projecteren en zelf de verantwoording nemen, en zo terugkeren tot de bron in zichzelf. Iedereen heeft dit potentieel. 9. Metaforisch gezien zal deze dualiteit er altijd zijn, want alles gaat door loon, alles gaat door de goddelijke hierarchie van principes, alles gaat door de juiste condities. 10. In ons zijn de archetypes van het eeuwige kind en de eeuwige moeder. 2. De rivier van weeklacht 1. De mens wordt bezit van Moeder Natuur, van zijn allerhoogste Zelf, en wordt aan Haar onderworpen. 2. Dit gaat over het eeuwige touw aan het Allerhoogste Zelf, opdat de mens niet weggetrokken kan worden door het valse zelf. 3. Voor veel mensen is het leven ondragelijk geworden, en ze weten niet hoe het komt. 4. Alleen zij die loon zouden hebben ontvangen 673 11. Deze zijn onderworpen aan de goddelijke bron, maar die kan nooit betreden worden buiten het zelf en de zelfrealisatie om. Anders zou er luiheid ontstaan, gemakszucht en groot bedrog. 12. De goden zijn maar archetypes van de realiteiten binnen ons, metaforen. De goden worden er niet goed van dat de mens niet opgroeit en alles maar aan hen overlaat. 13. Dit soort praktijken zijn van het lage zelf, het zelf dat we moeten overwinnen en verloochenen. 14. De Heerin is in die zin een beeld van ons hogere, goddelijke Zelf, die ons opvoedt. Dit

674 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication