696

Als anderen van boord afspringen, doe jij het ook ? De ander is nooit een solide, goede smoes wanneer er een tornado recht op je af komt. Alleen de dromers zullen ontkomen, alleen de besnedenen op het pad van Ismael tot het beloofde land Gaza. Zij die niet dromen zijn slechts de reclames voor een product wat allang achterhaald is. Ja, soms steken ze het in een nieuw jasje, alsof ze met de tijd meegaan, maar het is nog steeds hetzelfde oude product, dezelfde misselijkmakende truuk. Het zijn de werken van de onbesnedenen. 4. Name is de oervrouw van de mens, de hogere rede, die de lagere rede van de mens wil moest strikken, oftewel moest overtuigen. Soms wordt de mens daarom overweldigd door Name. 5. Telkens weer merk ik dat ik in de natuur cycles terugkeer tot mijn vak theologie, als geestelijke wetenschap die alles verdiept. Het kan medicinaal zijn. mens vreest niet voor de zonde, de mens vreest niet voor de overmoed. 5. De onbesnedene is helemaal niet aan z'n ego gestorven, aan z'n wil. De onbesnedene is ook schaamteloos over de zonde. Ze vinden het allemaal doodnormaal. Ze bespotten de besnijdenis van Ismael. 6. Er vloeide heel veel bloed, meerderheden die minderheden afmaakten. 7. Dit bloed verwekte vele kinderen. 8. Het gaat om de ontwaking van het rode, Het minderen, het verdiepen 9. Het rode brengt alles achter de hekken, Hiertoe is het rode onbereikbaar en altijd anders 22. De Damascus ervaring 1. Name strijdt tegen de menselijke wil, om zo vanuit de hogere rede de richting te veranderen. 2. Het gaat dus om het kennen, niet om het willen, en de mens komt tot het kennen door te minderen in het willen, als de besneden Ismael tot het beloofde land Gaza. 3. Het kan krachtige instincten opwekken : vrees, boosheid, twijfel, eenzaamheid, maar dit is allemaal onderdeel van de strijd voor de rede, de kennis. 4. De onbesneden mens kletst maar door, heeft nog geen Damascus ervaring gehad. De onbesneden 696 10. De anaq halsketen wordt ontvangen in de restrictie, op het pad van Samuel, als een symbool van profetische leiding. Zonder de tucht is er geen profetie. De halsketen brengt ook terug tot de tenten, tot het beloofde land Gath. 11. God is de tucht van Samuel. Wij moeten niet tot God naderen, maar tot de tucht, tot de besnijdenis van Samuel, in het beloofde land Gaza, want dat is de ware God. 12. In de vroegere versie van Job was dit genaamd Oru, en in het boek van Job komt de Oru voor als de Urya, leeuwinnen in het Aramees, als een beeld van de woeste natuurvrouwen, oftewel de donkere kennis van de tucht van de besnedenen. 13. De tucht was in het oer een oerwoudsvrouw met open armen waar de man naartoe moest voor wedergeboorte. 14. Nob, Noph, kwam tot de Oru stam in de wildernis, zoals Job kwam tot de Urya stam in het

697 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication