19. Alleen zij die verbonden zijn aan de bron, oftewel hen die de duisternis ingaan, worden ingewijd voor deze jachtstocht. 20. Heb je geen deel aan de bron, dan stopt de tocht hier al, en wordt je teruggedreven tot het wegzinken in de zondvloed, wat eindigt in de baarmoeder. 21. De bron is dus van levensbelang voor het kennen van de kennis, en voor het voortzetten van de jachtstocht in de onderwereld om het kwaad te overwinnen. 22. Zij die dus niet geaccepteerd worden door de bron voor de jachtstocht door de onderwereld worden bestempeld als voor de baarmoeder. 23. De vijand zal gewoon onderdeel van ons leven moeten zijn, in een betere vorm, in de juiste mate, in de juiste verhouding. 24. De stad is een bolwerk van de ongehoorzamen die de wildernis hebben veracht en zochten naar materiele rijkdom, om zo de geestelijke kennis uit te doven. 25. Wettelozen zijn onrechtvaardigen van hart en leven, bedrieglijk, zij die ten onrechte anderen veroordelen door hun lage normen. 26. Zij zijn degenen die gebruik maken van valse, frauduleuze bewijzen, zoals het gebruik van verkeerde vertalingen misinterpretaties. 27. Het bereiken van de Wet gaat door de geestelijke vissersboot. 28. Als we tot de stam Benjamin zijn gekomen, zijn ingewijd in de geestelijke gehoorzaamheid, dan zullen we merken dat er nog steeds veel drangen in ons zijn die tegen de geestelijke gehoorzaamheid ingaan. 72 en vleselijke 29. Dit zijn vaak de geesten van overmoed. Wij moeten de jacht aangaan op de overmoed, om zo tot de leegte te komen. Dit gebeurd door de doorboringen. 30. De leegte is de paradijselijke afgrond, door de speer. 31. Door de geestelijke jacht komen we tot de Wet, door de geestelijke vissersboot tot de Wet. 32. Er gaan zware oordelen komen over de voeten van de mensen. Zij die hun tenen hebben omwikkelt met de Wet zullen niet vernietigt worden. 33. Het is een jacht op de valse zwarte kippen die door hun valse en letterlijke interpretaties de grenzen hebben gelegd. Wij moeten die grenzen doorbreken. De psalm van de buffeljacht ; Ahnitische voorschriften 34. In de Orionse grondslagen zien we Ahn. De geestelijke buffeljacht was een belangrijk onderdeel in zijn leven, in zijn toewijding aan de Moeder. 35. In de Psalm van de Buffeljacht moest de mannelijke mens toegewijd worden aan de Moeder. De jagers moesten volgelingen worden van de vruchtbaarheid van de kennis. 36. Er was de toewijdings-kennis, de kennis van geestelijke gehoorzaamheid. Door deze kennis was Ahn verbonden aan de Moeder. 37. Hier was een dag voor bestemd, als het feest ter voorbereiding op de buffeljacht. 38. De Ahnitische voorschriften gaan dan verder met het richten op de naam van de Moeder, als zijnde doorboringen.
73 Online Touch Home