721

golven, herboren als gewassen in de lente.' ze zien die immers niet. Wat ze vergeten is dat het zinnebeelden zijn. Maar ze willen niet nadenken. 56. Hij bevindt zich dan in het paradijs. Er wordt hier gejaagd met pijl en boog, die rede zijn, om de rede te verheffen. Als een pijl een valse lust is dan zal die pijl direct naar beneden vallen en niet ver komen. Alleen hierop kan geofferd worden, waarbij het gaat om het voorwerp en het verdrag. Als ervan wordt afgeweken, dan wordt het gedwongen. Het gaat hierin om een ruil wat zelf-onderricht meebrengt. Hierin moet de mens geen dwaas vee zijn, maar mannelijk, wat betekent dat men niet als een lam moet zijn wat van moeders melk wegdartelt. Waar een pijl het doelwit raakt wordt het koord weer strak gespannen. In rust moest de mens verstijven. 57. De eenzamen moeten het lijdensgezinde pad begaan, tot de geheimen van het visnet. Zij zijn niet bezweken voor een overmacht van wil. In de tempels kopen en verkopen de goddelozen op tekens van marteling. De arme Ethiopiër leeft dichter bij God dan de rijke christen, wanneer de boeken worden geopend. De ene is voortdurend rijk, terwijl de ander eeuwig hongerend is. Maar in de boeken staat hun schande opgeschreven. De sferen draaien om hen af te scheiden. De godvrezenden worden door het Woord opgenomen. De hebzucht is blind, en een waan. 58. Dante was afgeweken van het voetpad en kwam terecht in een donker woud. Als hij de hel beschrijft is dat niet letterlijk, maar een beeld van hoe de samenleving was verworden. Het woud was wild en woest, dicht en donker, en zou nog vaak terugkomen in zijn dromen om zijn angst te doen herbeleven. Hij wist niet meer zeker hoe hij daar was gekomen, maar wat hij wel wist was dat slaap hem had overmeesterd. Hij komt dan in aanraking met wilde beesten. 59. De mens is zo naïef. Ik maak het telkens weer mee. Ze denken dat er geen wilde beesten zijn, want 721 30. Het tijdperk van Laodicea 1. Ezechiel is aangesteld over het voedsel en over de honger, wat ook weer overeenkomt met de voortijdse wortels van Ezechiel, van de Zukki wortel. Zukki is de stam die het volk door de wildernis leidt tot het land Rebekkah. Zukki is de stam van de hoofd-besnijdenis, oftewel de besnijdenis van het verstand, van het denken, de grensgevoeligheid, oftewel het hongeren. 2. Het volk Israel moest door de hongerwildernis tot het beloofde land gaan, zoals ook het volk van Ismael wat tot het land Rebekkah ging. 3. De oude kerk was in het tijdperk van Laodicea gekomen, als de slapende kerk die niets wil leren. 4. Er zou een tijd komen van oorlog, revolutie en anarchie, die alleen begrepen zou worden door hen die het aardse hadden verlaten, niet door de aardse leiders. 5. Het kan niet begrepen worden door het vleselijke, maar alleen door het geestelijke. Het geestelijke praat de mens en de kerk niet naar de mond. Het geestelijke gaat het smalle pad door de enge poort, het pad door de hongerwildernis. 6. De mens moet zich leren berusten binnen de grenzen. Zo zal ook het pad zichtbaar worden, en het plan.

722 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication