natuurkennis die zal wederkomen. 21. De profetische 'wilden' zijn dus ook een vervolgde minderheid die tegen de massa's ingaan, maar het is een teken dat ze nog leven. 22. Op het hogere profetische pad worden je vrienden ineens je vijanden, want zij willen niet zo ver gaan als jij, en ze roepen je dan terug en beginnen op je te schelden, want je moet zoals hen blijven. 23. De mens wordt door het profetische ook op de proef gesteld, en het profetische moet ook getoetst worden, en dat leer je op de profetische school. 24. Oordelen, de mens kan niet oordelen, en moet het eerst loslaten. De mens is te kortzichtig om te kunnen oordelen, helemaal als het ook nog eens voor geld is, voor steekpenningen dus. Alleen het profetische kan oordelen, maar het profetische is zeer gevaarlijk. 25. Geesten van valsheid liggen op de loer. Eerst moet de mens leren toetsen, maar er zijn ook zoveel geesten van vals toetsen, en daarom moet ook het toetsen getoetst worden, en moet je ervoor naar een toets school. 26. Het gaat erom hier hoog in opgeleid te worden, anders is het een verloren zaak en wordt je bedrogen door boosaardige geesten. 27. Ga niet zomaar geruisloos door het leven, maar laat een spoor na zodat anderen kunnen volgen. 28. De onbesnedenen aanbidden hun gouden kalf, waarmee ze vrolijk overal naartoe gaan. 29. Zij strijden niet meer, maar wanen de hele dag door, aan de verdovende middelen. 30. Maar de oorlog gaat door, en wij zijn in lijdvaardige en strijdvaardige verwachting van de 725 31. Als we kijken naar het Hebreeuwse woord voor profeet, nabi, navi, wat komt van het Egyptische nefu, wat zeevaarders zijn, of riviervaarders, vissers, en van nubiu, wat de zwemmers zijn over de rivier van het dodenrijk, de onderwereld, de tuat, zij die dus aan zichzelf gestorven zijn, van het woord nubi, zwemmen, zeevaren, vissen. Dit leidt helemaal terug tot de voortijdse Job, Jove, die Nob, of Noph werd genoemd, de lijdensgezinde in de wildernis. Het oudere, voortijdse boek van Job, oftewel Nob, begint met een overstroming. En Nob moest op zijn bootje dieper de wildernis in. Het heeft ook verbindingen met het Noach verhaal. In de Egyptische context was het zo dat de mens over allerlei rivieren in de onderwereld moest zwemmen om zo tot profetische kennis te komen. 32. De natuurkennis laat een dieper pad zien : het smalle pad door de enge poort, het pad van het visnet. 33. Ook Jeremia sprak over het pre-existentialisme, dat de ware schepping er nog niet was, en dat de ware mens er ook nog niet was. De schepping begint pas daadwerkelijk daar waar er kruispunten zijn tussen de hemel en de aarde, tussen de hemel en de mens. We zouden kunnen stellen dat dit de kruispunten van de hemel kennis zijn, als wedergeboorte en ontwaking. 34. De ware schepping gaat dus door het visnet. De mens wordt gemaakt vanuit de aarde, vanuit de diepte. De mens werd in de natuur geplaatst, en de natuur was versierd door de natuur. 35. De natuur is met weinig tevreden, maar de hebberigheid van de mens is met niets tevreden.
726 Online Touch Home