moeten we door veel verwarring gaan, want er is teveel valse orde. Eerst moet alles overhoop gegooid worden zodat de mens kan ontsnappen, kan loskomen van al deze aangeboren verslavingen. 30. De onbesnedenen schenken hun kinderen de verdovende middelen. 31. Ze aanbidden de skelettenafgod. Ze moeten wel, want ze hebben bot-implantaten over hun hele lichaam, apparaten om over hen te regeren. De skeletten-afgod heeft geen genade met zijn slaven. Ze moeten hem dag en nacht aanbidden, en ze moeten werken. Hij gebruikte ze voor arena's, en hij gebruikt ze ook als priesters. 32. Duister als hij is eist hij ook veel bloed. De priesters verkeren in veel offerdiensten. Hun altaren zijn altijd bloederig. 33. De juwelen werden als een enorm geheim in de botten geimplanteerd. Ze geven een gif af, dat steeds meer hun huid begon te worden, totdat ze als mensen zijn. 34. Het koninkrijk is omgeven door een gevaarlijk hek. Ik was een van hen. Ik ontsnapte. Ik kwam in een bos waar iemand me ophaalde. Hij bracht me naar een huis. Er was een vuil kleed. Ik keek toen naar het stromende vuile water. 35. Ik moest het koninkrijk achter het hek vergeten. Ik was uitverkoren. Het was alsof ik was afgezonderd door God. Ik wist niet wie ik was, maar ze gaven me mijn identiteit terug. Ik was hen dankbaar. 36. Ik had zoveel woede van binnen, zoveel woede, maar het vuile kleed leek het te verzachten. 37. Het is een allegorie dat de mens alle valse, steriele, klinische schoonheid moet verlaten om zo terug te keren tot de vuile bron, want de mens heeft 728 meer weggegooid dan hem lief was. We spreken dan over het benodigde natuurvuil. 38. Komt dan tot het Vuile des Heeren. Want het Vuile Gods is schoner dan het schoonste der mensen. Gij hebt dan een bron van het Vuile Gods in de natuur, om uzelf te reinigen en uw huis. Weet dan dat het schone der mensen ziektes verwekt, en zij zijn op weg naar het huis der ratten. 39. De mens onderzoekt niet, en daarom weet de mens eigenlijk niets van elkaar, maar leeft men door een etiketten samenleving. Iedereen krijgt een etiket. De mens leeft door vooroordelen, roddel. De waarheid durven ze niet te zien. Die is te confronterend. Daar zijn ze te lui voor. Dan hebben ze liever de schijn-vrede. We moeten over het hek heen. Ontsnappen, door te verdiepen. Als we stil staan zijn we er geweest. Over de muur, ook al worden we neergeschoten. We zijn toch al dood en opgezet. Er valt niets meer te verliezen. 40. Waar ben je ? Wie ben je ? Ren voor je leven. Je moet nog geboren worden. De schepping is er nog niet geweest. 33. Van realpolitik tot weltpolitik 1. Alle geschiedenis is uitgebant door de wereld heersers, want dat kan een bedreiging vormen en mensen doen ontwaken door het zien waar alles vandaan kwam en hoe alles verkeerd is gegaan. Het zijn grote, woeste beesten die zijn uitgezonden om alles wat op geschiedenis lijkt en kennis van de geschiedenis te doven. De mens moet in slaap blijven, verslaafd aan de verdovende middelen. 2. Geluk als dwang, welvaart als dwang. Depressie mag niet en wordt weggeblazen door de verdovende
729 Online Touch Home