minderen, de soberheid. maar wilsdrangen. 2. De man die niet mindert om tot de abstracte vrouwelijke werkelijkheid te komen die wordt tot een varken. 3. We zien het om ons heen : protserige, rijke, machtslustige varkens die zichzelf mannen noemen. 4. Het is een hele jammere situatie, maar het laat zien dat de mens terug moet naar de soberheid, en geen deel moet hebben aan de onbesneden kerk. 5. De vrouw is dus de droom in de nacht, alhoewel veel vrouwen nachtmerries zijn. De mens moet diep genoeg slapen om tot de natuurvrouwen te komen, niet tot wereldse tutten. 6. Als je belangrijke principes loslaat, die van soberheid, en werelds gaat leven. Dat is verraad naar God en de geestelijke kennis. De vrouw is de prediker van soberheid, overvloedige soberheid, en predikt dit aan haar man. Hij is een beeld van soberheid. Soberheid is hun beider sieraad. Zo is er een drievoudig snoer tussen hen en de natuur wat niet snel verbroken wordt. 7. Allereerst en boven alles moet de mens zich toeleggen op de geestelijke kennis, en de rest is bijzaak. Dit is niet noodzakelijk iets romantisch, want de geestelijke kennis is het onderwijs. 8. Wat wij niet hebben kunnen offeren, geven, kunnen we ook niet bezitten. Geestelijke gaven zijn dus ook altijd dat wat we aan anderen gegeven hebben, anders bezitten we ze niet. Alles komt dus pas via een omweg bij ons. De mate waarin wij geven is de mate waarin wij eigendom hebben. 9. De gebeden zijn er dan voor om de mens af te stemmen om te komen tot de hogere kennis. Is er nog iets van de wil, dan komt de mens bij lagere kennis terecht of bij helemaal geen kennis, en alleen 752 10. De onbesneden kerk heeft de moeder van het gebed uitgesloten. Die bestaat niet. Die zou ook niet sterk genoeg zijn om hun vele vleselijke begeertes te vervullen. Niet sterk genoeg ? Ze heeft de mens het leven gegeven. Maar ze geeft hen inderdaad niet naar hun vleselijke begeertes, maar wat de mens nodig heeft. Niet wat de mens wil, maar wat de mens nodig heeft. Daar zit nogal een verschil tussen, een groot verschil. 11. Als je met iemand communiceert, moet je op die persoon afgestemt zijn, en in dit geval is dat de geestelijke kennis, dus het gebed betekent jezelf afstemmen op de hogere principes, opdat je genuanceerd blijft en geen tussenstappen uit het oog verliest. 12. De moeder heeft een baarmoeder die allesverwoestend is naar het vlees, dus die ontwijken ze liever. 13. Gebed behoort een offer te zijn, niet voor egoïstische doeleinden. Zoals Ursinus bad : Mijn gebed worde gesteld als reukwerk voor Uw aangezicht, de opheffing mijner handen als het avondoffer. 14. Net zoals de kerk is ook het gebed beeldspraak. Als je het teveel verletterlijkt dan gaat de kracht ervan verloren. Door allerlei menselijke tradities heeft de mens God van zijn kracht beroofd. 15. Ursinus stelt dat het gebed het hebben van een getuige is, dus je kunt maar beter letten op je woorden en daden en hoe je bidt, want die getuige brengt alles tot God, oftewel tot de geestelijke kennis. 16. Deze sleutelen zijn geestelijk en van de boetvaardige pelgrims. Een vleselijk mens kan niet bidden. Vleselijke gebeden werken niks uit, die
753 Online Touch Home