755

6. Er zijn regels aan het dogma verbonden. De mens moet onderwezen worden, terug naar de moederborst. Kan de mens daar alles voor achter laten ? Het gaat niet om geloof en meningen. Het gaat om kennis. Die kennis komt van boven, stroomt uit de moederborst van de natuur. Zalig is de mens die het vindt. 7. Er zijn genoeg medicijnen in de paradijselijke natuur te vinden voor de mens, en die zijn geestelijk. Het zijn de vele aspecten van de kennis. Hiertoe heeft een mens onderwijs nodig. Staat de mens daar open voor ? 8. De mens moet worstelen op Pniël. Daarom wijzen wij op Jakob. Zijn vlees moest gebroken worden, opdat hij gevoelig zou zijn voor het geestelijke, en een geestelijk mens zou worden. Er is geen heil in iemand die blindelings vertrouwd. Het is slechts naïviteit en onnozelheid, en zo'n mens wordt misleid en bedrogen, verlokt door valse, overmoedige zekerheden. Zalig de mens die bij alles twijfelt en eerst onderzoekt en toetst op waarheid en daarin volhard om niet tot voorbarige conclusies te komen, want dat zijn valse getuigenissen. 9. Kan de mens loskomen van de drugs van geloven ? Ja, als de mens terugkeert tot de school van het paradijs, dat is de heilige gebondenheid, of in amazone termen de janilogie. De verlamden moeten in dit opzicht tot haar gebracht worden. 10. Verkiezing en verwerping worden uitgevochten op Pniël. Terwijl de verkeerde, onreine en onvaste mensen het verdraaien tot hun verderf. 11. De verlamdheid op Pniël waar de amazone Jakob sloeg is het geduld en de volharding. 12. De geest van overmoedige en overmatige vergeving vernietigt alle werken van de schepping. De mens leert zo geen voorwaarden. De mens vergeet zo de tussenstappen. 755 13. Hoe kan men tot Pniël komen ? Door alles los te laten en achter te laten om op hongertocht door de wildernis te gaan zoals de Israelieten. Alleen de hongertocht leidt tot Pniël, wat een innerlijke tocht is. Als men nog aan geloof en meningen vasthoudt, dan kan men niet toetsen. 14. De hongertocht is een leidsraad en richtsnoer voor de pelgrims die deze boodschap prediken en dit pad begaan. 15. De minderende moet door het Pniël tot het geestelijke visnet gaan. 16. Het is geen vleselijke strijd, maar een geestelijke strijd. De mens mag zich niet laten verleiden vleselijk te strijden in het vlees. Oh, het vlees is er zo snel bij om alles maar te bestraffen wat het vlees niet begrijpt. 17. Vecht voor je leven. Maak geen compromissen. Elke dag weer je geestelijke wapenrusting aandoen, want er is een vijand die altijd waakt. Nooit rust hij. Altijd is hij bezig om mensen te verleiden. Hij doet dit door omkoperij en heeft hierin veel ervaring. 18. Het vleselijke geeft voortdurend de schuld, straft voortdurend, oordeelt voortdurend, klaagt voortdurend, maar het geestelijke studeert en onderzoekt. Het geestelijke laat los en gaat tot de diepte. Het vleselijke houdt altijd vast. Hierom moet het vleselijke verbroken worden. De mens moet het vleselijke loslaten, het vleselijke overstijgen. 19. Hiertoe is het touw waaraan het vleselijke kan sterven, opdat de mens tot wedergeboorte kan komen in het geestelijke, tot zoonschap. 20. Het vlees moet sterven, maar dan op een

756 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication