769

11. De mens is lauw en lui. De mens heeft geen onderscheidingsvermogen. 12. De mens is wereld geworden zonder principes. 13. De mens wil het geroep van God niet horen. 14. Steekpenningen worden aangenomen. Het is bloedgeld. 15. Is er nog leven in ons ? Stroomt de rivier van hemelse vergetelheid nog in ons ? 16. In de wildernis, daar stroomt de rivier nog steeds door de onderwereld, voor hen die er zijn gekomen door het geestelijke visnet. 17. Het komt aan op deze schakeling tussen honger en volharding. 18. Zo kun je de diepte in gaan om alle realiteiten die op je geprojecteerd zijn te ontvluchten. 19. Soms raak je vast, en dan moet je weer hongeren en volharden, en dan kun je weer verder verdiepen. 20. Ook als je vastraakt kun je altijd verdiepen. Dat is de boodschap van de tahulen. 21. In het diepste van de wildernis, daar waar de wilderniszee is, verduister onze valse kennis, al onze overbodige kennis, opdat wij terugkeren naar de ware kennis. 22. Verduister de vijand, ja, verstrooi hen, oh hemelse vergetelheid. Ik kom tot U. Uw wil geschiede. 23. Ik laat alles achter. In de hemelse vergetelheid sterft mijn lagere wil af. 24. In het grote Tahulen kwam ik tot U. 769 25. En zie dan, de hemelse vergetelheid kwam om te vertragen. En ik raakte onthecht van de materialistische realiteit. 26. Ik viel in een slaap. In de hemelse vergetelheid herschiep gij mij. 27. U laat werelden ten onder gaan in de hemelse vergetelheid, voor een nieuwe schepping. 28. U doet hen bevriezen die hun speren opheffen tegen U, oh hemelse vergetelheid. 29. Over de zeeën van vergetelheid roept Uw stem ons. 30. De hemelse vissers staan aan de kusten met hun netten. 31. Oh, alleen zij die in de hemelse vergetelheid zijn kunnen u verstaan. 32. Zij hebben alles achter zich gelaten. Zij kijken niet meer om. 33. Stormen van hemelse vergetelheid woeden over de werelden voor deze reden. 34. En haar zeeën van hemelse vergetelheid zullen zeker overstromen, om werelden in te nemen voor Haar. 35. Ik kijk toe hoe ze te werk gaat. Ik kijk toe hoe Zij Haar speer opheft tegen het vlees. 36. Het woeste beest drijft Zij in de hemelse vergetelheid waar het ten onder gaat. 37. Het verleden is nog slechts een tent. Alles moet veranderen.

770 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication