ideeën en filosofieën over God hebben, maar het is altijd weer anders. 4. We hebben misschien geen fijne levens, maar wel diepe levens. Uiteindelijk zal de wildernis tot een zekere bloei komen. 5. Kunnen we dit alles doorzien ? Geef alles op voor de wildernis. 6. De natuurmens probeert niet in te passen. De natuurmens zegt soms dingen die men niet begrijpt, en daarvoor wordt de natuurmens veroordeeld. 7. Er is een grote oorlog tussen de wilde jongens en hun leraren. Stoelen en tafels op de scholen worden omver geworpen. Het zijn moeilijk opvoedbare kinderen, want zij buigen niet voor de oude orde. 8. De hemelse vergetelheid gaat zeker komen om in te nemen, over te nemen. De natuur zal de mens terugnemen, want de mens is afgedwaald van de natuur. 9. Het gaat er niet om voor een mens om wild om zich heen te grijpen en zichzelf te bevredigen, al die drangen die de mens heeft. Nee, het gaat erom dat de mens leert, en deze drangen zal beteugelen. 10. Vleesmensen volgen gewoon hun drangen, roekeloos, zonder restricties. Ze willen er niets bij leren. Ze hebben hun eigen scholen al gebouwd en denken dat ze alles al weten. 11. Als de hemelse vergetelheid terugkomt zal alles wegvagen. 12. Het komt tegen hen die denken dat rijkdom de bron van het leven is. 13. Wanneer ik naar jou kijk, vaag ik weg, Wanneer ik aan je denk, laat ik je wegglijden, Dit is hoe ik mijn boog grijp, 773 Maar ik bereik het nooit 14. Ik kan niets bereiken, en ik denk dat dit nog maar het begin is, En dan bevind ik mijzelf in een bruin bloemenveld, Alleen in de bruine nacht, Een nacht in vele jaren, Kan ik zijn in de bruine bloemenvelden, Deze bruggen tussen jou en mij 15. De hemelse vergetelheid is gekomen met zoveel soldaten, Rijs op in de lucht, zeg al uw moeders vaarwel 14. Het sobere pad 1. Ik zal het begrijpen, deze onsterfelijkheid, de lelie, drijvende op de waterstroom, drijvende op de waterdroom 2. Het wordt beschreven als een lelie. Het zal eerst de valse moederbindingen doorsnijden. 3. Het wapen zal eerst onszelf grondig onder handen nemen, en er valt hier niets zomaar snel te grijpen. 4. Alles moet geestelijker worden, minder dicht. Het wapen bereik je nooit. Je steekt je hand uit en er gebeuren hele andere dingen. 5. Dat kun je niet op iemand anders projecteren, maar je vlees moet ervoor buigen. 6. Dit is het wapen : Ik wacht op de hemelse vissersboot. Ze heeft haar speer opgeheven, En dan slaat ze toe, Ze raakt mijn hoofd
774 Online Touch Home