779

39. Zijn tranen waren van bloed, die zich mengden met het water. De zee was wild, en hij strompelde in het water, verder en verder, daar waar de golven hem meenamen. 40. Heb deel aan de vertraging. Het laat de verborgen dingen zien, dat wat ertussen zit. De snelheid kan het niet laten zien. 41. Hier stopt alle tijd. Alles gaat hier terug naar het verleden. Het geheim van de eeuwige jeugd is hier. 42. Het komt in fragmenten en lagen. 43. De wilde jongens worden geroepen door de natuurbronnen, maar hun roeping wordt in de stad belachelijk gemaakt. 44. Tahulen omsingelt hen, maar de steden willen de wilde jongens niet laten gaan, en de wilde jongens moeten zelf leren strijden, zelf geoefend worden, geleerd. Ze moeten een ontmoeting hebben met haar. 45. Zonder de slagen van de gesel zullen de wilde jongens weer indutten en nergens komen. Zij is de geleerdheid, de geoefendheid. Haar gesel roept hen. 46. Zij worden opgenomen in het boom geheimenis, de wereldboom, die alle werelden met elkaar verbindt. Hier leidt de ragnarok naartoe. 47. Zo ontkomen zij aan de klauwen van het zombie wereldrijk. Het is zombie tegen plant. Het zombie wereldrijk is als de mest waardoor de boom groeit en vruchtbaar wordt. De planten omsingelen de steden. Ze willen naar binnen. Ze zullen binnengroeien, om de wilde jongens op te nemen. Zij worden geroepen door de natuurbronnen in de wildernis. 48. Moeder natuur roept haar kinderen. De steden zijn schepen op een woeste zee, maar ze hebben 779 50. En zij bouwen hun school die niemand kan vinden. Velen komen om in de grote woeste doolhoven er omheen. Velen vinden hun weg nooit meer terug. Ook zijzelf dolen daar, maar zij bouwen hun school van honger. Het is een hongerschool. 51. Tahulen is het voortijdse ragnarok. Deze dingen zijn allang geweest. Zij heeft haar pijl uitgezonden om de wilde jongens tot geoefendheid en geleerdheid te brengen. 52. Hoe klein is de mens ? De mens is maar een zucht, een druppel in de zee. Altijd maar arrogant en betweterig rondlopen is zeker niet het idee van het mens zijn. Deze mensen zijn er genoeg, en dit hoort bij het lijden. Zo wordt de mens getest. 53. Wie kan er bestaan als de grote zwarte arend tot de aarde komt ? De golven gaan trager, en dan splitsen ze. Er is een pad uit de stad, tot de wildernis. 54. Wacht aan de zee tot de arend je oppikt. Heb geduld. Volhard in het lijden en strijden. allemaal lekken. De school is zinkende. En de boeken worden hier saaier en saaier. De honger heeft toegeslagen. Tahulen is gekomen. 49. Zij schiet haar pijl. Het zombie wereldrijk moet vallen. Zij spreekt haar woord. Rondom de wilde jongens zijn woeste doolhoven waardoor niemand hen kan vinden. Ze kunnen zelfs zichzelf niet vinden. Maar ze zijn aan de borst van Tahulen en worden gevoed door haar woord. De honger is hen tot voedsel, van de hongerboom. Zij scheppen honger uit het holle. 55. Durf je de wildernis in te gaan, of laat je dat liever aan anderen over ? Durf je je oude vertrouwde drugs los te laten om te ontwaken ?

780 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication