782

4. De mens is niet geroepen om zomaar schaap of rund te zijn, maar de mens is ook geroepen leeuw te zijn, te vechten. De mens is onder schorpioenen gezonden. Die zijn overal om hem heen. De mens woont bij schorpioenen. 5. Het gaat niet alleen over de rund en de leeuw, maar ook over de arend, het vermogen tot het doordringen van de hemel, een beeld van de voorzichtigheid, oftewel de gezonde dosis natuur vreze. 6. Wij kunnen niet met iedereen vrienden zijn, en dat mogen wij ook niet. Vriendschap met het vlees, met de wereld, is vijandschap tegen de natuur, tegen de kennis. 7. Ergens op het pad van de volharding is de verbrokenheid. Dan houden wij het niet meer vol, en worden wij opgenomen in een diepere wereld. Dan kan het kind niet meer, en dan is het volbracht. 8. Dan komt de arend om het kind over de zee mee te nemen. 9. Alles is hier maar ten dele, en alles is vaag en subtiel. Je bent nog steeds op aarde, maar van binnen ben je opgenomen. 10. De mensen kennen je niet. Je bent onder schorpioenen. Je woont bij hen. Ook al ben je van binnen opgenomen. Wat denken we dat de opname is ? Het is een verdieping. Je wordt niet zomaar uit alles weggenomen. Je komt niet in een loze zaligheid terecht. We worden geleid tot de wildernis. 11. We worden opgeroepen tot een hemelse plicht, een hemelse oorlog. De opname is dus een dienstoproep. Dan begint het pad. De dagen in het vlees zijn dan voorbij, en je gaat in het geestelijke verder. 782 12. We zijn onder schorpioenen. Ze wonen bij ons. Ze liegen over ons, draaien alles om wat we zeggen. 13. Ze kunnen flink steken, deze schorpioenen. En dan duizelt het ons voor de ogen. En dan moeten we volharden tot het einde. 14. Wat weet een mens ? Als wij tot de hemel komen moeten wij al onze eigen kennis afleggen. Al onze eigen kennis moeten wij als vuilnis beschouwen. 15. Dan komen we weer op de voorzichtigheid van de arend, de vreze van de natuur. Neem niets zomaar aan. 16. Het boos zijn is een groot lijden. We komen dan bij de bron van het lijden, de leeuw. Wie kan niet boos zijn op een wereld als deze ? Dan ben je aan de drugs. Dan zou er goed wat mis zijn. En die mensen zijn er genoeg. Ze zijn nooit boos, alles moet maar kunnen. Het is pure onverschilligheid. 17. Zij zijn opgenomen door het vlees. Zij verheerlijken het vlees, niet het geestelijke. 18. Wij leven onder schorpioenen. Wees waakzaam als een arend. 19. De mens leeft in diepe ballingschap. Ga je innerlijke wildernissen in om op zoek te gaan naar de leeuwinnen van de volharding, die je de hogere oorlogen leren. 20. De mens is omringd door schorpioenen. De mens wordt voortdurend gestoken, tot op het bot. 21. De schorpioenensteek brengt verlamming. De steken van de schorpioen zijn giftig, en doen de mens verstijven, wat ook een beeld is van de volharding.

783 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication