786

misleid. 30. De hemel is het geestelijke visnet, een school. 31. Het is niet voor spijbelaars. Het is voor soberen, hen die nut hebben gezien in het lijden. De hemel is informatie. Laat jezelf niet voor de gek houden. Sluit je je ogen voor informatie, dan sluit je je ogen voor de hemel. 32. Informatie is het tegenovergestelde van het vooroordeel. Vooroordelen hebben niets met de hemel te maken. Heb je de sobere vrees al ontvangen ? 33. De sobere vrees is het fundament van de hemel. Alleen vrezelingen zullen binnen kunnen komen. 34. Pijlen gaan er door je vlees. 35. Kom je erdoor of kom je er niet door ? En waar kom je door, en waar moet je naartoe ? Allemaal belangrijke vragen. 36. Die verlossing ligt niet in het materialisme. 37. Leugens kunnen heel aardig doen, anders verkoopt het niet. De waarheid is hard. De waarheid doet pijn. 38. Adam gaat over de zee in schepen. We kunnen stellen dat in deze zondvloeden over het vlees het geestelijke een vissersboot heeft. 39. Wanneer het vlees sterft wordt de ziel in de vissersboot opgenomen. 40. Minder vleselijk zijn, minder eenzijdig, dan kom je er vanzelf wel en zal de hemelse vergetelheid je paden leiden. 4. Er zal voor je gezorgd worden, ook al zie je dat soms niet. Ook al heb je geen houvast in dat dal van diepe duisternis. Toch wordt je geleid. Toch is er iemand die je vasthoudt. Toch is er iemand die hier al doorheen is gegaan. Die al je noden kent, al je gedachten, al je verwarrende gevoelens en strijd. 5. Het is geen afgod, maar iets wat uit de diepte komt. Alles is er al. Dit pad is al uitgestippeld in de oneindige en eeuwige kennis. 6. Wij zijn met gematigdheid beteugeld en tegengehouden. Zo niet, dan zouden we in buitensporige rijkdom geheel ten onder gaan. 7. Er is een bepaalde maat voor ons aangelegd, een bepaald ritme. De hemelse vergetelheid weet wat zij doet. 8. Als wij van genade willen komen tot hemels loon, dan moeten wij ook leren belonen, en het loon is altijd kennis. 9. De natuur van het vlees moet afsterven opdat de 786 18. De stromen van het Woord 1. Wees gericht in je bitterheid, genuanceerd, opgeleid en geletterd. Laat je bitterheid niet roekeloos en oeverloos zijn, ongeoefend en allesverwoestend. 2. Maar profeten hebben het soms zo moeilijk en dragen zulke lasten dat ze niet meer willen leven, dat ze hun geboortedag en moederschoot waaruit ze kwamen vervloekten. 3. Juist in het herderen mag je zo ook leren voor jezelf te zorgen, jezelf te voeden, jezelf te onderwijzen.

787 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication