71. De aarde was een wildernis, en honger heerste, en de honger voedde de mens op. 72. Grotendeels was de aarde onbewoonbaar. 73. Er was al een strijd tussen stad en natuur. De vrouw was oorspronkelijk de voedster, geestelijk gezien, en zij predikte de honger, omdat dat het ware voedsel was. 74. Zo kwam de mens in contact met Orion, die de mens roept. 75. De vrouw is daarom breedheupig, omdat de vrouw kinderen baart. 76. De verhongering van de mens, oftewel het sobere leven in de natuur, is opdat de vrouw kinderen kan baren. 77. De vrouw moet wel breedheupig zijn om het kind te beschermen en het kind te voeden. 78. Er was een strijd met zeemonsters van chaos. Hieruit kwam de schepping voort, en die strijd was nog niet afgelopen. 79. De mens is nog steeds in gevecht. De schepping is nog niet gekomen. 80. Je denkt dat je geboren bent, maar je zit nog in de baarmoeder, en er is een strijd tussen Orion en het zeemonster. 81. Orion roept. Wanneer voelde jij je in je leven als een gevondene ? 82. Door Orion uit de tranenrivier worden gehaald is een beeld van de opname. Het is een beeld van onze eigen opname en ons vrucht dragen door het lijden. 83. De palen moeten diep gaan, als een beeld van de opvoeding. Het volk moet heropgevoed worden. 791 2. De hemelse visserszorg 1. Alles is hemelse visserszorg en kennis, maar het kwaad is een van de bijwerkingen. Zorg zonder kennis is onwetendheid. Alles is zorg en kennis, maar onwetendheid is ook een van de bijwerkingen. 2. Alles is zorg en kennis, maar beweterigheid is ook een van de bijwerkingen. Daarom moet de mens besneden worden, want de bijwerkingen worden van geslacht tot geslacht doorgegeven. 3. De mens moet niet zeggen dat er geen kwaad is. De mens moet niet zeggen dat alles wel is in de familie, omdat de mens daar nu eenmaal geboren is. 4. Alles is zorg en kennis, maar het heeft zo zijn 85. Als je door iemand anders wordt opgenomen is dat nog steeds de opbrengst van je eigen zaaien. Het is een beeld van je eigen oogst. 86. Geloof je dat je uit hemelse bronnen leeft ? 87. We zijn op het pad naar de tranenrivieren in de aarde, dus de mens moet veel dieper. 88. De eeuwige wildernis heeft geen letterlijke, maar geestelijke betekenis. Het is een allegorie van de minste zijn, door het afleggen van de sociale status. 89. Het oordeel is slechts abstract. Vandaar dat de geestelijke dieper moet gaan in deze gebieden tot de eeuwige wildernis waar toe het volk geleid wordt. 84. De opname ligt besloten in je eigen zaaien, in niets anders. Iemand anders doet het niet voor je.
792 Online Touch Home