800

62. Het geestelijke visnet is een teken van soberheid, de strijd tegen het materialisme en genotszucht en ook de strijd tegen zelfzucht. 63. Geloof is de verwachting van het hogere, maar meer in een afwachtende, toetsende houding, opdat er geen vleselijke inmeng is, en daarom moet de mens eerst zwak zijn, anders zou de mens het vleselijke aangrijpen en ermee op de loop gaan. 64. Een hard en sterk mens valt al snel in grootheidswaanzin en kan door zijn hardheid niet luisteren en onderzoeken, want hij heeft immers alles al. 65. Daarom zijn de hemelse pijlen zo belangrijk. 66. Dat je niet mag zondigen en dat er tegen de zonde wordt gewaarschuwd, dat is iets van de natuur, en dat is de zorg van een moeder, omdat de zonde nu eenmaal de ziel bederft. 67. Het is dus de bescherming door de moeder die haar kind limieten oplegt. 68. Er is altijd een bepaalde mate van onvoorwaardelijke liefde van de moeder voor haar kind, maar een diepere relatie met de moeder is voorwaardelijk, komt van twee kanten. 69. Er is echter nooit een situatie waarin God er niet meer is, ook al heeft een mens het goede totaal verworpen, dan is het goede er toch voor de mens, alleen de relatie kan dan niet te diep gaan, en de mens is dan bezig zijn levensbron uit te doven omdat een mens alleen maar waarlijk kan leven door het goede. 70. Als de mens niet meer goed is : God is altijd goed. 71. Er is te weinig zorg van mens tot mens, 800 4. Hoop door het zoonschap 1. Gebed, oefening en het geestelijke visnet is het pad tot discipline en geleerdheid. 2. Geleerdheid is een vies woord voor velen, niet slechts omdat er ook veel misbruik is in vleselijke geleerdheid, maar omdat het de drugs uitstelt en indamt. 3. Vleselijkheid en ware geleerdheid gaan niet samen. Het vlees denkt korte termijn, en de geleerdheid denkt lange termijn. 4. Maar het vlees wordt dus gedoofd door geleerdheid, door de wijsbegeerte. 5. De vrucht in sobere geloofs-oefeningen, oftewel in het volhardend toetsen en de geleerdheid in de toetswetenschappen, doodt het vlees. Het is vrucht tegen vlees. er is grote onverschilligheid, de mens heeft niks geleerd. 72. Zorg wordt voortdurend onder schot gehouden, daarom moet men zorg beveiligen door waken en bidden, om ervoor te zorgen dat zorg geen verrader wordt, want dan is zorg geen zorg meer. 73. Het is altijd een samenwerking tussen de mens en de hogere principes. Het zelf staat niet op zichzelf. Er is altijd een samenwerking tussen het ‘nog niet’ en ‘alreeds’. Vandaar dat de metafoor van theologie zo belangrijk is. Het ‘betere’ komt altijd het onvolkomene tegemoet.

801 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication