812

racisme en uitbuiting. maar een stuiver om hun leven. 4. Daarom werd er opgeroepen tot kritisch denken en niet zomaar domweg blind bijgeloof. 5. Theologie gaat niet zomaar om algemeen massageloof, maar om persoonlijke bevrijding van het ego en de zonde, de ontwaking uit allerlei vleselijke systemen waarin de mens verstrikt is geraakt. 6. Door de volksdrugs zijn de armen slachtoffer geworden van winstmaximalisatie. 7. In de natuurtheologie krijgen de armen een voorkeursbehandeling. 8. Zuid Amerika is altijd een put van geweld en dictatuur geweest, met name tegen de indianen, de natuurvolkeren en de armen. 9. Die werden tot minderheden door de Spaanse invasies. Europa brandmerkte het continent tot slaaf door haar kolonisme, en met de natuur werd niet gerekend. 10. Elke zich verzettende mond werd zonder pardon geasfalteerd en gecementeerd, en er werden huizen overheen gebouwd om het gegil te doven. 11. Europa kwam als een bulldozer. In deze nood ontstond de bevrijdingstheologie waarin geloof tot daden werd omgezet. 12. Men kon niet lauw gaan lopen toekijken zoals de lauwe kerk van Laodicea deed. 13. Als je zwijgt als je broeder of zuster onderdrukt wordt, dan ben jij de volgende die onderdrukt zal worden. 14. Indiaanse vrouwen kwamen in de bordelen terecht en hun kinderen werden als soldaten aan het front gezet en uitgezonden, want niemand gaf ook 812 15. Juist voor de armen in kennis is de bevrijdingstheologie, wat het onrecht aan de kaak stelt en voor de armen opkomt. 16. Velen wagen zich er niet aan. Velen blijven veilig in hun waanhuisjes. 17. Goud verstopt. Goud zegent hen die dichtbij zijn, en vervloekt hen die veraf zijn, maar dat kan zo omdraaien. 18. Haar liefde kan zo veranderen tot haat. Ze is tegen haarzelf verdeeld. 19. Alle wegen lopen dood in het goud. 20. Er is geen ware, zuivere theologie buiten het armen-humanisme om. 21. De indianen moesten in de militaire paranoia van het vlees het onderspit delven. Zij die indiaans waren, zich indiaans gedroegen, zichzelf indiaans kleedden, en de indiaanse taal spraken werden uitgeroeid. 22. Alles werd gegeneraliseerd. Daarom durfde men niet meer indiaans te zijn, de indiaanse taal niet meer te spreken. 23. In de veertiger jaren was er toen nog een grote studenten opstand. Telkens weer werden militaire gezagsstructuren afgewisseld. De ene na de andere burger oorlog. 24. Macht heerst, kracht is zijn dienstknecht, maar kennis is een weg hier doorheen. Niet door kracht, noch door geweld, maar door kennis. 25. Als wij communiceren met moeder natuur in ons, dan gaat het niet om het gebruiken van dure woorden of het gebruiken van religieuze

813 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication