814

moet weer terugkomen tot het grote ‘ik weet het niet’. 43. Wat een dwazen om ons heen. Ze verkopen het geestelijke, als een hoer, en het is alleen iets voor de rijken dus. 44. Ze kijken neer op de armen die het niet kunnen bekostigen. Nee, kennis is niet voor de armen tegenwoordig. 45. Ze slapen. Ze kunnen niets verdienen. Ze werken niet. Ze wanen alleen. Er gebeurt helemaal niets. 46. Kijk ze allemaal eens hard werken, maar het is allemaal schijn. Er komt niks van de grond. Ze slapen allemaal. 47. Ze vallen allemaal in herhaling, en dan weten ze het niet meer. Dan is er ineens een onderbreking. Ze hebben het eeuwige leven niet. Ergens komt er water binnen. Dan wordt de slavernij verbroken. 48. Er is geestelijke territoriale oorlogsvoering tegen het vleselijke. De kop is de prioriteit. Heb je de juiste prioriteiten of verdoe je je tijd ? 49. Er is een wraak van de indianen tot de westerse beschaving die over de indiaanse wereld werd heengebouwd. 50. Er is een drugs die de mens kortzichtig houdt. Het houdt de mens tegen om tot zijn innerlijke wilde zelf te komen, zijn natuurzelf. 51. De wilde jongens dragen messen. Ze zijn boos op de stad, en hebben geen genade met al die verschrikkelijke beelden waarmee ze vanaf kind zijn werden opgezadeld. Er is geen genade meer. Het genade tijdperk is voorbij. Nu verwoesten ze meedogenloos deze beelden, als de beeldenstorm van de zestiger en zeventiger jaren, en dit ging door 814 in de tachtiger jaren. 52. Het thema van de tachtiger jaren was de arena. Alles wat telde was door de arena heen te komen. Het is een gevecht tegen het vlees. BELOCH 1. Gebed om raad en leiding 1. Hier vloeit de Rivier van de Twijfel. Alleen Uw schepen brengen mij erover. 2. Zij gaan niet snel. Ik zag hen vannacht in mijn droom. Nu zal ik de morgenrivier overgaan, om het avond-orakel te raadplegen Zo gaat Zij met hem door de nacht. Daarna zal Zij hem nooit meer ontmoeten. 3. Weet gij het dan niet ? Zij is de greep van uw boog, die gij draagt in de ochtend jachten 4. De nachtelijke uren volgen elkaar op, Zal hij ooit tot mij komen ? Ik zal hem later ontmoeten, Als wijnstok tot wijnstok 5. Zoals ik hem niet wakende kan ontmoeten, Laat mij hem ontmoeten in mijn droom 6. Donker en blootvoets is Zij, Oh, dat ik over de rivier zal roeien, Opdat ik met Haar zal spreken.

815 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication