820

3. Ze zijn zo ver weg. Kan ik mijn leven zo wel leiden ? Ik glijd steeds weg, en ben zo blind. 4. U kent de wateren van mijn hart. Ik zink steeds te diep om iets zinnigs te zeggen. Ik kan mijn leven niet meer vinden. Ik ben op een dwaaltocht zonder iets te vinden. 5. Het is alsof ik al tijden de weg niet meer kan vinden, alsof paden zijn dichtgegroeid. Kan ik mijn leven zo wel leiden ? Ik leef in diepe afgronden en kan nergens heen. 6. U kent mijn diepten, daar waar nog steeds de beesten leven. Ik word gegeten dag en nacht. Ik zak steeds dieper. 7. Ze hebben het op mijn leven gemunt. Zij spreken zoete woorden om mij te verstrikken. Kan ik mijn leven zo wel leiden ? Ik durf niets meer aan te pakken, want alle wegen leiden hier naar de dood. 8. Kan ik mijn leven zo wel leiden ? Is dit mijn bestemming in deze holen ? Ik ontmoette U in uw holen, en ik was bij de geheimenenissen van de zee. Kan ik mijn leven zo wel leiden ? Ik kan nergens anders heen. 9. In Uw Wil wil ik gaan. Uw woorden drijven mij naar diepe stilte, waar U zacht fluistert. 9. Oorlogspsalm van de stilte in tijden van vervolging en ballingschap 1. U heeft Uw wateren gezonden, en Uw winden leiden mij. Heersers staan mij naar het leven. 2. Geen stap kan ik verzetten, en ademen kan ik niet. Ik ben een slaaf van dit leven, maar U heeft mij verlost van dit boze geslacht. 820 3. Nog steeds voel ik de striemen. Vaak heb ik erover nagedacht, over U die mij steeds weer leidt. 4. Ik voel mij koud en bitter. Ik ben een slaaf van dit leven, maar U heeft mij verlost van dit boze geslacht. 5. Veel dingen begrijp ik niet. Ik ben jong, en wat is een mens ? 6. Van jongs af aan heb ik gestreden. Veel bloemen heb ik zien sterven. Veel bomen heb ik zien wegzinken. 7. De pijlen op mijn boog zijn giftig, terwijl er psalmen op mijn tong zijn, komende van de stilte. 8. Tijdenlang heb ik gezwegen, en eeuwige woorden aan elkaar geregen. 9. Beroofd van verstand was ik zo lang, ik moest het doen met hartepijn. 10. Van jongs af aan heb ik gestreden. Ik ben rijp mijn leven af te leggen, om het stilzwijgen te verbreken. En dan zal ik vertrekken naar de stilte, om voor eeuwig stil te zijn. 10. Gebed om leiding en het verstaan van het Woord 1. Breek de ketenen van mijn geweten, waar vissen van mij hebben gegeten. 2. U ziet de ketenen van mijn hart. Uw warmte heeft mij overrompeld, Uw kracht heeft mij de bergen doen verstaan. 3. Laat mij niet bloot staan voor mijn vijanden. Bedek mijn hoofd met Uw hemelse gordel.

821 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication