84

waaraan alleen de rechtvaardige zal ontkomen. niet deugt uit uw midden weg. 34. Velen zullen komen met hun afgodsbeelden, maar het paradijs zal hen niet kennen en niet aannemen als zonen, want zij dienden haar naar de letter en niet naar de geestelijke. 35. Kom dan tot de paradijselijke modder, waar gij mee ingesmeerd moet worden, om u toe te rusten tot de jacht, als camouflage. 36. Zo komen wij tot de zeeen van het bloed van de vijand, en tot de rivieren van het bloed van de vijand. 37. Wij mogen ingaan, en het oude achter ons laten. 38. Door Haar Woord schiep zij de gewesten en de onderwereld, door het bloed van de vijand. Door het bot van de vijand richtte Zij Haar kampen op. 39. Er zal dan een dag zijn van bloed, van diepe duisternis, waarin de wateren tot bloed worden, en de lucht tot bloed. 40. En Zij zal verschijnen, om te regeren over de levenden en de doden. Groot zal die dag zijn, waarop Zij Haar macht zal openbaren. 41. De zonde van het volk is groot. In hun hoogmoed hebben zij zich boven de Grote Moeder geplaatst, hun tronen gezet boven de sterren. Elke vuist is tegen de andere vuist gericht, en broeders slachten elkaar af, en zusters dagen elkaar voor het gerecht. En allen dienen hun mannelijke god die van geen moeder wil weten. Moederloos zijn zij, en daarom rennen hun kinderen van hen weg. 42. Zalig zijn de kinderen die van zulke ouders zijn weggelopen. Er zal een dag zijn tegen de hoogmoedigen. Zalig zijn zij die niet in de kringen der zondaren zitten, en zalig zijn zij die hun familie hebben verlaten voor de Grote Moeder. Doet wie 84 43. De doden zullen de doden begraven. Heb geen deel aan de feesten van de moederlozen. Zij vereren elkaar, want zij vereren de Grote Moeder niet. Zij aanbidden ijdele beelden, want de Moeder heeft hen verlaten. Als wezen dolen zij rond, en als zij een moederloze vinden erger dan henzelf, dan maken zij die tot een vader. 44. De wind raast door de duisternis, om Haar kinderen te verzamelen. 45. Zo is er dan grote wedergeboorte in Haar schoot voor hen die tot deze heilige dingen zijn gekomen, dingen die verborgen zijn gebleven sinds de grondlegging der aarde. 46. Wanneer u kennis en rechtvaardigheid najaagt zult u Haar geboden bewaren en Haar gehoorzamen. De bron zal voor eeuwig met hen zijn die hierin volharden. Tuchtigt uzelf daarom, en laat niemand u afleiden van de trofee. Zij die in Haar zijn tuchtigen hun lichamen en houden het in bedwang, opdat zij de prijs niet zullen missen. 47. Zij is niet gekomen om de vrede te brengen, maar de afscheiding en de geestelijke oorlog. Zondert u daarom af, en heb geen deel aan onheilige dingen. Verwijdert uzelf uit de kringen van de moederlozen. Hun schepen zijn zinkende, en spoedig zullen zij verantwoording moeten afleggen aan de Allerhoogste Moeder. 48. Zij komt niet met verwennerij, zoals de moederlozen doen, maar Zij komt met het mes, en met het bloed van de vijand. 49. De moederlozen vergieten veel bloed, maar het bloed van de vijand vergieten ze niet. Zonder het bloed van de vijand is het onmogelijk de Grote Moeder te behagen.

85 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication