847

marktwereld, een gruwel. 3. Het zijn geen mensen. Het zijn beesten. Ze drijven handel in oorlog, bloed, geweld. 4. In wat voor wereld is het kind terecht gekomen ? 5. Zij die geen deel willen hebben aan de valse vleselijke wereld zijn de wilde jongens. Het wordt alleen aan de wilden geopenbaard. 6. Je moet het geestelijke ontvangen, maar ook het kinderlijke. Daar hebben de vleselijken het liever niet over. De vleselijke wil macht en geld, stoerdoenerij, hoger gaan dan zijn voegen, god spelen over anderen. 7. De vleselijke wil het lijden niet. Ieder kind moet weer terug naar moeder natuur. 8. Natuurlijk is die moeder diep in jezelf, iets wat we allemaal moeten worden. Het kind en de moeder zijn deelwaarden van de mens zelf. Zo mag een kind ook moederlijk worden, en dat is de ware paradijselijke volwassenheid, de volwassenheid van het kind. Dat is een hele andere energie dan de stoerdoenerij en mooidoenerij die je in stad en wereld ziet. 9. Stoer doen en mooi doen is allemaal ijdelheid en egoisme, want je wil dan de aandacht op jezelf vestigen. 10. Maar wees de minste. Dat gaat nog een stapje verder dan dat alles gelijk moet zijn. 11. Het kind is een beeld van de minste willen zijn, een abstract model. Ze hebben geen hoogoplopende praatjes. Ze vertellen van een andere wereld. 12. Het koninkrijk van het kind is niet van deze wereld. Het kind laat het je zien zoals het is, maar vleselijken liegen. 847 13. Het kind is op de geestelijke vissersboot, om een weg te bereiden voor het volk. 14. Het kind zorgt voor het dier, en het dier zorgt voor het kind. 15. Je kunt niet zomaar tot de geestelijke vissersboot komen. Nee, want je moet eerst als een kind worden, de minste worden. 16. Ontvang het hemelse kinderlijke, ontvang het hemelse kind, is de boodschap van de geestelijke visserij. 17. Dat kan alleen door het visnet gebeuren. Alleen het visnet kan ons doen teruggaan. Het vleselijke verstand moet besneden worden, opdat je weer kind kunt worden. 18. Strek je daarom ernstig uit naar deze besnijdenis om terug te keren. Ben je al kind genoeg ? 19. Ze riepen op tot armoede en te breken met de wereldse rijkdommen die hen gevangen hielden, want het liet de vleselijken hun macht behouden. 20. De mensheid was bedrogen door valse rijkdom. Velen van de lagere onderdrukte sociale klassen gingen met deze kinderen mee op hun vistocht naar het beloofde wilde land, om het land in te nemen. Ze trokken hiervoor naar de zee. 21. Wat de mens moet begrijpen is dat dit over de geestelijke werkelijkheid spreekt. 22. Velen prediken de soberheid en het minderen, maar verletterlijken nog veel te veel. Vele kinderen zijn nog te jong om het geestelijke te onderscheiden. 23. De mens moet een dieper besef krijgen van wat het betekent.

848 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication