856

zou zij sterven, daarom weet zij maar half, en het sijpelt weg. 9. Daar aan de overkant weten de mensen niet dat ze niet weten. 10. Wees daarom niet te dom en niet te wijs, niet te goddeloos en niet te rechtvaardig. Ga niet te snel of te langzaam. Hoe is dat dan mogelijk ? Er wordt ons een touw aangereikt, het hemelse touw. 11. Leef gematigder. Aan beide kanten loert het vlees. 12. Een mens is alleen. Als de mens dan tot een breekpunt komt, zijn ziel verscheurd, het geestelijke van het vleselijke gescheiden, onderscheiden, oftewel als hij waarlijk besneden is, dan heeft hij een tent om in te wonen. 13. Abraham vond zo zijn tent, vond zo zijn vrouw. 14. Het is iets van de mens zelf. Zijn lichaam is zijn tent. zoals er ook alleen maar een weg uit de stad is als je eerst diep ondergronds gaat tot de fundamenten van de stad. 4. Je kunt niet rechtsstreeks naar de poorten rennen, want de poortwachters zullen je niet laten gaan, en zullen hun hart verharden. 5. De geestelijke moeder roept, maar wie luistert ? Ze wanen dat ze buiten de stad zijn gekomen in de wildernis, maar niemand wil onder de stad gaan tot de fundamenten. Ze vrezen het beest. Ze verzinnen uitvluchten dat het beest niet bestaat, of dat je er geen aandacht aan moet schenken omdat je het beest dan teveel eer zou geven, en meerdere uitvluchten. 6. Nee, de historie willen ze niet, want dan worden ze teveel aan het beest herinnerd, en aan de oorlog die ze niet willen strijden. Ze richten zich op de moderne tijden, alsof het beest er nooit is geweest. En zij die nog tegen het beest strijden, die worden voor het beest aangezien. 13. De bouw van de geestelijke vissersboot 1. Door verbrokenheid en verscheuring, oftewel doorbreking, van de ziel, het openbreken van de kruik, komt men in contact met het lichaam. 2. Voor Jozef was de exodus het verdiepen, er dieper ingaan, van het lagere Egypte naar het hogere Egypte, want moeder Egypte had hem geroepen. 3. De oermoeder, de orion moeder, roept ons niet zomaar ergens uit, maar ergens diep in. Dat is het pad van Jozef, de exodus naar binnen, de diepte in, 856 7. De geestelijke moeder roept, maar de mens slaapt. Bedwelmende drank voor het slapen gaan, en zo slapen ze, wanende zichzelf schoon. De geestelijke moeder roept, als het bouwen van de geestelijke vissersboot. 8. De wildernis ligt in de diepte, onder de stad, niet zomaar rechtstreeks horizontaal ergens. Als het breekpunt komt als een dief in de nacht, dan bestaat de stad niet meer, maar slechts golven. 9. De mens speelt graag met zwaar geschut, denkende dat de vijand is verslagen. Maar de mens vergeet, of wil niet zien, dat hij zijn eigen ergste vijand is. Hij wil alles kloppend maken, maar de weg er niet voor gaan. De vleselijke mens gaat voor het waan-medicijn. 10. Je wordt verkocht, een handeltje in zielen en verdovende middelen. Het is een drugsstaat. Laten

857 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication