het vreemde komt. 18. De wil moet onderworpen zijn aan de hogere natuurkennis. 19. In het ravijn waar de mens zijn lagere wil verliest, daar ontvangt de mens de onweerstaanbare kennis, wat een loon is. 20. Het is heel erg dualistisch. Er zit een grote, onnaspeurlijke diepte in. 21. In de onontkoombaarheid is alles vereeuwigd is. Als je het eenmaal hebt ontvangen, dan kom je daar ook niet meer los van, en dat is de heilige gebondenheid. 22. In het hongerravijn verliest de mens dus zijn lagere wil. Dit is het pad van de eenling. 23. Er moet commentaar op gegeven worden, en het moet in een grotere context worden besproken. 24. Er is dus groot verschil tussen het orthodoxe en het diepere, exegetische. 25. De mens moet juist de hongerput in om tot de uitverkiezing te komen. 26. Dat is het hongerpad wat leidt tot de volharding, oftewel het geduld. 27. In het proces van het volkomen worden van het geduld en de vereeuwiging, is het vreemde en de vervreemding. 28. De sobere moest tot de eeuwige volharding komen, het volkomen geworden geduld, tot het eeuwige ijs waarin hij het erymantische zwijn kon strikken en stroppen, als beeld van de lagere wil die werd onderworpen aan de hogere kennis. 29. Het eeuwige ijs is ook een beeld van in het geduld geoefend worden tot volkomenheid, opdat 892 30. De sobere is door zijn geduld en omzichtigheid, door de langere natuurweg te nemen in plaats van de korte stadsweg, gevoelig geworden, met geopende zintuigen. 31. De sobere was omringd met leedvermaak, en streed ertegen. Maar er is ook zoiets als tuchtverheuging, wat bij de mens zelf bevindt. Als je je meer verheugt over de tucht van iemand anders dan over de tucht van jezelf dan is dat leedvermaak. 32. Verblijdt u in de beproeving. Heb er een welbehagen in, want het trekt u dichter tot God. 33. Daar is een zekere blijdschap aan verbonden, als de blijdschap van het visnet, en de blijdschap van het hongerpad. 34. Als het ego, de lagere mens, onderworpen wordt en ten onder gaat, dan moet de hogere mens daarover wel blij zijn, want anders als de mens daarover teveel verdriet zou hebben dan is het verdacht, dat de mens toch nog zijn vlees terug zou willen hebben. Neen. Het vlees moet ten onder gaan, en de mens moet hierover verheugd zijn. Maar dit mag geen lichtzinnige verheuging zijn wat op de ander wordt geprojecteerd. 35. De exegese is als een groep hyena's die hun prooi verslinden en daarover heilige wellust hebben, want zo wordt eindelijk de hogere kennis geopenbaard. 36. Laat uw blijdschap dan heilig zijn en in sidderen en beven. Er is maar een hele dunne lijn tussen valse blijdschap en ware blijdschap. Daarom is de ware blijdschap altijd in ernst en altijd met een zekere mate, opdat er balans blijft. 37. Er is overwinningsblijdschap, maar laat het je nooit tot een valstrik worden.
893 Online Touch Home