897

namelijk het kind offeren, tot de massa's, fel in het licht. Zij was uitgezonden om het kind te doden. Lange gifnagels, met chemische lakjes, om de kinderharten te bedriegen. Het lijkt allemaal op snoep voor het kind, maar de vrouw in de stad is op jacht, een dodelijke jacht. 3. Zij is preuts wanneer het aankomt op de geestelijke kennis, maar wanneer het om geld gaat speelt zij ineens de hoer. 4. De sobere volgt Rebekka tot de donkere tentendienst in de wildernis. 5. Het Kakiaitische pad houdt het aretaitische pad verborgen. 6. Rebekkah draagt het wapen om gehoorzamen te testen. Zij is als de sieraden van het lijden. Zij spreekt recht in list en symboliek. Zij raakt het letterlijke niet aan. 7. Zij is de weefster van het paradijs. Zij weefde het paradijs als in een droom. In de dieptes van de wildernis woont zij, om dapperen te onderwijzen, zij die door hun lijden tot haar zijn gekomen. 8. De gehoorzaamheid tot Rebekkah is een beeld van de onderwerping aan het vreemde. 9. Het is de onderwerping aan God, aan Areta, tot het punt dus waarop het een natuur wordt, een gewoonte, een oerinstinct wat niet meer tegen te houden valt. 10. De mens wordt zo meegetrokken met de wilde rivier van de oerlusten van het eeuwige touw. 11. De sobere werd van de ene moeder tot de andere moeder overgedragen, tot tentendienst. Dit was metaforisch voor zijn verhouding met God. 12. De natuur is niet lineair. Het profetische leven is 897 niet eenvoudig, maar ingewikkeld en strikkend. De natuur strikt, omdat de mens een potentieel gevaar is. De natuur drijft mensen in een hoek. 13. Je hoeft geen verwenner te verwachten van de natuur, maar de natuur test wel door verwenners. 14. Kiest de mens voor Kakia, de gemakszuchtige ongeoefendheid of Areta, de geoefendheid ? Dat is altijd weer de vraag. 15. De strijd tussen Kakia en Areta ligt fundamenteel verborgen onder religie, en de mens moet ertoe ontwaken. 16. De mens mag diep duiken in de exegese. Alleen zo komt de mens terug tot de aretaitische filosofie, wat de oorspronkelijke religie was. 17. Het draait dan niet om personen, want dat zijn slechts voorbeelden. Het draait om Areta, de geoefende natuur. 18. In de natuur is de man onderworpen aan de vrouw, aan de baarmoeder. Dat is niet letterlijk, maar een symbolisch principe. 19. De shamaan gaat heel diep de onderwereld van de wildernis in, en komt tot wilde en woeste amazone stammen die leven van de jacht. 20. Dat is filosofische symboliek met diepe betekenissen van geestelijke oorlogsvoering waar de mens niets vanaf weet. 21. Deze vrouwen zijn donker. Alles wat we om ons heen zien zijn losgeslagen brokstukken van het zelf. Het past niet meer. Het is verwilderd, roekeloos, losgeslagen, maar diep binnenin liggen nog steeds de natuurpatronen. 22. Kakia staat voor niet studeren, niet oefenen, maar spijbelen, terwijl Areta voor het onderricht

898 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication